251. E. du Perron aan M. ter Braak
Bellevue, 6 Nov. '32
Beste Menno, Huxley's Texts and Pretexts inspireerde mij tot een bespreking, die ik aanvankelijk voor Den Gulden Winckel wilde bestemmen, maar ik schijn dat soort boek besprekingen niet meer te kunnen schrijven, voor ik het wist had ik er al van alles bijgehaald dat mij van veel meer belang lijkt voor Forum dan voor Kramers en zijn abonnés. Wil je mij zeggen wat je ervan denkt? Over Huxley zal je het wel niet met mij eens zijn (ik vond hem hier eigenlijk, op de inleiding na, een allemachtige ouwehoer!) maar de rest bevalt je misschien wel. Als je het stuk voor Forum wilt, moet het toch zeker in Januari. - Anders stuur ik het nu nog liever aan Greshoff (voor Gr. Nederland) dan aan Kramers.
Gisteren verzond ik hoofdstuk I en II van Dumay. Je zou er werkelijk héél goed aan doen met die 2 1/2 blz. over Marie, die ik schrapte, te laten vervallen; lees trouwens alles nog eens door en je zult zien dat het veel minder een ‘gehang’ en ‘getrek’ is, dan zooals jij het had. Er moet iets mislukt zijn op die plaats, door een scène die je eerst anders had of zoo; je houdt Marie ‘op’, zonder dat er eenige reden voor is, èn zonder dat het iets bijdraagt tot haar innerlijk portret. - Verder schrapte ik allerlei regisseurs - notities van nògmaals flonkerende ringen, nògmaals glimlachende menschen, enz. De lezer ziet de personages soms werkelijk veel beter dan de auteur!
Schrijf me wat je van mijn Dumay-arbeid denkt en ook, in details liefst, van mijn stuk. Verder wat je met Binnendijk alzoo besprak! En is ons telegram terecht gekomen?
Als je dit stuk nu ook voor Forum neemt, laat ons het dan heusch zetten in Januari (de aangewezen plaats; het vervangt dan in zeker opzicht dat andere stuk dat ik schrijven wou). Maar wanneer komt dan in Godsnaam die revolutiehistorie?
Ik wou van Bouws graag weten hoeveel voorschot ik nu aan Zijlstra heb terug betaald; en Bep wacht met spanning op haar honorarium. Als je Bouws dus ziet... [Dit hoeft niet meer. Ik kreeg al een brief van Bouws.]
Ik teeken dit aan, als iets kostbaars. De 3 verzen (sonnetten) hoef je me niet terug te sturen; ik schreef ze uit hoofd op en zond ze aan Greshoff. Wèl uit de portefeuille halen en verscheuren.
Wij zagen Bob hier een paar malen; verder geen nieuws. De Van Schendels komen pas den 10en. Vandaag, Zondag, bleven we heerlijk thuis. Méral is in Parijs en noodde mij ten disch per telegram, ik wuifde af per tegentelegram; resultaat: wij zien elkaar morgen om 12 uur in de Closerie des Lilas. Morgenavond hebben we de Chevassons te eten; - Dinsdag komt Bob hier een dag of vier logeeren, in dien tijd hoop ik hem zijn opera-tekst te kunnen bezorgen; ik vind het wel grappig daaraan te werken, omdat ik geen bàl van muziek weet! Het wordt ‘naar Poesjkin’. [Als het lukt! Dus geheim houden, vooreerst.]
Nu, de beurt is aan jou. Schrijf gauw. Hartelijke groeten van ons beiden (Bep heeft je gezegd dat er van een overjas hier niets te bekennen is?); de hand van je
E.
P.S. - [...]
P.P.S. - Ik zend je het artikel later! Ik las n.l. Huxley's Vulgarity in Literature (vnl. voor wat hij zegt over Poe). Ik vind hem nu gewoonweg een kloot; en héél ‘vulgar’, hij zelf; alleen opgepommadeerd door Oxford. Later meer!
Tweede ronde
Vandaag (Woensdag 9 Nov.!) je brief gekregen, met het fraaie poginkje tot samenklonteren van Donkersloot, Nico. (Het gaat hierbij terug). - Ik las Music at Night van Huxley; dat doet de deur dicht. Het is absoluut een journalist, een penny-a-liner op ‘hooger plan’; de meneer die over alles wel een paar ideetjes heeft en die ideetjes bladzijden lang weet uit te melken volgens een Engelsch table-talk-recept. Iets afschuwelijks, voor mijn gevoel, want òf je bent echt sceptisch en dan ben je niet zóó zwaarwichtig gracieus, òf je bent het niet en dan heb je je dingen te vertellen in een andere toon. Het tempo, de toon van Huxley zijn volmaakt in tegenstrijd met wat hij als zijn ‘wezen’ suggereert; en voor iemand die zoo nonchalant-mondain wil doen, begaat hij één schromelijke vergissing: de mondain
spreekt, en hij steekt voortdurend een discours af. Als Music at Night 3 × zoo snel en zoo onpretentieus was (of zoo ‘concies’) en dus een boekje van ± 90 blzn. inpl. van 270, zou ik het misschien alleraardigst en sympathiek vinden. Nu kan deze Oxfordsche kletsmeier het me voor eens en voorgoed doen. En zijn bezwaren tegen Poe (in Vulgarity in Literature) zijn één Oxford-vooroordeel, met pretentieuze, en werkelijk nogal domme, grapjes aan den man gebracht. Ik zal daar in mijn stuk uitvoerig op ingaan - niet alleen met het oog op Huxley en Poe, want Poe blijft geniaal en Huxley een gecultiveerde lulmeier, zoodat dààr toch niets van afhangt, maar ook op een bepaalde poëzie (wat de Oxford-cultuur van H. als ‘barrel-organ’-muziek versmaadt). - Ik wist altijd dat Huxley 2e rangsch was; dat hij het zóó duidelijk zou zijn, heb ik met een zekere schrik ontdekt.
Zijn Texts & Pretexts kan ik je afraden. Het kost 7/6, dus koop het maar niet. De inleiding is aardig, de rest daverend vervelend, en hyper-Engelsch op het onbenullige af. Van dit boek ben ik althans zeker dat het je ook stevig vervelen zal. - Maar Music at Night, dat Bep en jij zoo aardig vinden, is heusch erg genoeg; ik begrijp nu opeens volkomen Malraux, die dit alles ‘des rigolades’ noemt - ik was anders eerst geneigd hem van onbegrijpen te verdenken. Een enkel stukje is wat minder gezapig en journalistiek dan de rest, maar lees eens, willekeurig, een blz. of 3 hieruit bij je ontbijt en zeg dan of je niet het gevoel hebt dat je een meer ‘gecultiveerde’ Mon Film leest uit de krant.
Mijn photo is ook naar Marie Ramondt gegaan, ja. Wat zullen we allen goed staan, in dat Duitsche boek! Ik hoop dat Anthonie Donker er toch ook bij komt?
Die fl. 200.- voor Zijlstra zal je wel niet zoo direct bijeen krijgen. Wat geeft Nijkerk? Je kan ook probeeren bij Rademacher Schorer, zelf of door Marsman. Schrijf er Marsman maar over. Ik heb de pest in dat ik ook niet een gldn of 50 kan bijdragen, maar het gaat werkelijk niet; ik moest een oude rekening bij Boosten en Stols afdoen (half) en allerlei rekeningen zijn op til. Nu, ik hoop je spoedig weer eens te lezen over het niet verou-
derde in deze brieven. (Die eerste had ik bestemd om weg te houden of anders te schrijven, maar de tijd ontbreekt me.) - Hartelijke groeten, ook van Bep, een hand van je
E.
Het stuk is nog altijd niet af, en nu Bob hier is (hij kwam gisteren) kom ik er ook vooreerst niet toe, natuurlijk, het af te maken. Later wel eens; je krijgt het direct.
P.S. Ik las ook New Poems van Lawrence; méér dan onbeduidend. Dit is nogal gek. Tenslotte toch ook maar een getrapte Engelschman, in poeticis.