Lion Feuchtwanger vijftig jaar
De Duitse roman- en toneelschrijver Lion Feuchtwanger wordt a.s. zaterdag 50 jaar. Het is een halve-eeuw feest dat niet in de rooskleurigste omstandigheden wordt gevierd; want Feuchtwanger behoort tot degenen die als een der eersten door het nazi-regime uit Duitsland werd gebannen, terwijl zijn papieren door S.A.-mannen werden verbrand en zijn bezittingen in beslag genomen. Feuchtwanger (het is psychologisch maar al te verklaarbaar) was bij de nazi's bijzonder gehaat; reeds voor de gebeurtenissen van 1933 kwam hij als Jood herhaaldelijk in conflict met de nationalistische stromingen. Zo werd zijn toneelstuk Jud Süss (naar een gegeven van Wilhelm Hauff) aanvankelijk in München verboden, terwijl een opvoering van Der holländische Kaufmann in dezelfde stad in 1923 wegens een nationaal-socialistische partijdag niet door mocht gaan. In zijn grote roman Erfolg heeft Lion Feuchtwanger bovendien een weinig vleiend beeld gegeven van de gebeurtenissen die samenhangen met de Hitler-Putsch en ook de Führer zelf, zij het onder pseudoniem, scherp gehekeld. Het is dus duidelijk dat Feuchtwanger voor het nieuwe regime een onmogelijk man was; als hij tijdens de nationale revolutie niet toevallig in Amerika had vertoefd, waar hij een serie lezingen heeft gehouden, zou zijn leven zonder twijfel ernstig gevaar hebben gelopen. In zijn laatste roman Die Geschwister Oppenheim (bij de Nederlandse uitgever Querido verschenen en onlangs in ons blad besproken) vergunt Feuchtwanger de lezer een blik op de lotgevallen ener Joodse familie die door de antisemitische actie uit elkaar wordt geslagen en rechteloos gemaakt.
Een schrijver van de allereerste rang kan men Feuchtwanger niet noemen; daarvoor is hij te zeer een man van breedvoerige gedegenheid. Zijn betekenis ligt
meer in het feit dat hij historische episoden met talent weet te beschrijven; Jud Süss, dat hij in 1922 tot roman omwerkte (nadat vele Duitse uitgevers het boek geweigerd hadden, verscheen het eerst in Engeland, waar het een enorm succes had), heeft een groot publiek geboeid door juist dat beschrijvende talent. Als auteur van het ook tamelijk langademige, maar om de beschreven gebeurtenissen zeer merkwaardige Erfolg (1930) werd hij de kroniekschrijver van het na-oorlogse Duitsland, meer speciaal van München. Ook van deze roman, als van enige andere boeken, verschenen in verschillende landen vertalingen; Anthonie Donker bezorgde de Nederlandse vertaling onder de titel Succes.
Lion Feuchtwanger is in het buitenland altijd meer gelezen dan in Duitsland zelf; dat bewijzen o.a. de oplagecijfers van zijn werken, waarvan die van het buitenland de Duitse verre overtreffen. Hoewel hij in de oorlog debuteerde, heeft hij zelf verklaard van die oorlog geen noemenswaardige invloed te hebben ondergaan; hij deed overigens actieve dienst, werd zelfs gevangen genomen, maar wist te ontsnappen en Duitsland weer te bereiken. Aan deze uiterlijke levensfeiten kent hij echter eveneens weinig belang voor zijn oeuvre toe; het belangrijkste motief in zijn boeken noemt hij de mens tussen doen en niet-doen, tussen macht en kennis. Invloed op zijn stijl hadden, meent hij, vooral Heinrich Mann, Alfred Döblin en Bert Brecht.
Feuchtwanger werd 7 juli 1884 te München geboren. Hij studeerde te München en Berlijn, huwde in 1912, was tijdens en na de oorlog aanvankelijk als toneelschrijver werkzaam; hij dramatiseerde verschillende bekende gegevens (Julia Farnese; Vasamtasena; Leben Eduard II; Jud Süss, e.a.) en was ook als regisseur verbonden aan het Volkstheater te München. Er verschenen eveneens dramatische bewerkingen van zijn hand van werken van Aristophanes, Aeschylus en Calderon, en drie ‘Angelsaksische stukken’. Later wijdde Feuchtwanger zich hoofdzakelijk aan de roman. Zijn Jud Süss en Erfolg
noemde ik reeds. In 1923 verscheen Die hässliche Herzogin, de geschiedenis van de 14e eeuwse hertogin van Tyrol, ‘Margarete Maultasch’. In 1925 verhuisde Feuchtwanger naar Berlijn, waar hij Erfolg schreef. In 1932 verscheen Der jüdische Krieg, het laatste boek dat nog in Duitsland kon worden uitgegeven, maar dat na de boekenverbranding in Nederland werd herdrukt.
In mijn kroniek van a.s. zondag kom ik nog op Feuchtwanger terug, speciaal op zijn verhouding tot Dostojewski.
Het Vaderland, 5 juli 1934