De kunst van het grimeeren

‘De Kunst van het Grimeeren’, door Johan Schmidt. - Uitgave Hollandia-Drukkerij, Baarn.

HET was met een zekere réserve, dat ik dit boekje ter hand nam, waar er meermalen op het gebied van Tooneelspeelkunst brochures en dergelijke uitgegeven werden, welker inhoud ten slotte met de praktijk van het tooneel weinig te maken had.

Indien men echter dit boekske van den auteur-acteur Johan Schmidt begint door te bladeren, dan merkt men al direct hier te doen te hebben met een man van het vak, en wat méer zeggen wil, een man met waarachtige liefde voor de mooie tooneelspeelkunst, een liefde, die men tegenwoordig vrijwel zelden meer onder hare beoefenaren aantreft. Er wordt maar al te vaak, zooals de schrijver zelf opmerkt, met de pet naar gegooid, onder voorwendsel, dat het publiek het toch wel mooi vindt. Zelf heb ik meermalen de opmerking gehoord: ‘Maak je niet druk, het wordt toch wel elf uur’. En zie, dan doet het toch goed, een ontboezeming, zij het een paedagogische, te lezen van een collega. Dit boekje toch moet zeer opvoedend werken onder hen die het tooneel liefhebben, en ik kan niet anders doen, dan het ten sterkste aanbevelen, aan dilettantcomediespelers in de eerste plaats. Meermalen toch, wanneer ik het genoegen had, dilettanten te regisseeren, troffen mij de bedroevende methoden, die werden toegepast door de geëngageerde kappers op zoo'n uitvoering, om de medespelenden maar raak te verven. Tot m'n groote verbazing werd dan, in de daarvoor ingerichte kapperskamer, een heel stel medewerkenden op een rij gezet, die dan vluchtig beschminkt werden, volgens een systeem, dat, zooals de ‘expert’ mij op een desbetreffende vraag

[p. 59]

zei, al jaren wordt toegepast. Had men een jonge rol te spelen, goed, eerst flink insmeren met pijp ‘drie’, wat jong rood onder de oogen, afpoeieren, oogen aanzetten, en de jonge rol was gereed. Zoo ging het ook met de overige medewerkers. Het natuurlijke gevolg was dan, dat men een serie étalagepoppen op het tooneel kreeg, waar in den waren zin van het woord niet tegen aan te kijken was.

In deze toestanden nu zou de heer Schmidt, volgens zijn interessante werkje, graag verandering zien, en terecht. Hij geeft op een zeer onderhoudende wijze zijn adviezen, hoe men zich schminken moet voor de verschillende karakters, welke zich op de planken kunnen voordoen.

Ik ga zelfs nog verder, met te beweren, dat het boekje van zeer veel waarde zal blijken te zijn voor vele beroepstooneelspelers. Ik voor mij wil gaarne bekennen, dat ik er zeer veel in gevonden heb, dat mij in m'n loopbaan van groot nut zal zijn. Vooral ook omdat, zooals de schrijver ook releveerde, het tegenwoordig helaas zoo zelden voorkomt in het moderne répertoire, dat men ‘types’ te maken heeft. Mocht het bij mij voorkomen, dan zal Johan Schmidt's advies voor mij van zeer veel nut zijn.

Deze uitgave (door de Hollandia Drukkerij te Baarn zeer zorgvuldig uitgegeven) werd verlucht met verklarende, in natuurlijke kleuren gedrukte fotografieën.

 

JAN VAN EES