H. Marsman
aan
Menno ter Braak (Eibergen)

Gistoux, 20 augustus 1931

Gistoux, 20-8-'31

Beste Menno,

Het doet mij erg veel genoegen, dat je mij graag in jullie redactie wilt hebben, maar ik kan het niet doen tegenover v.W. en de Bladen. Ik sukkel dus meer plichtsgetrouw dan begeesterd nog wat door met die sloome affaire. [...]

Ik zou graag over je schrijven; ook op zijn tijd over Hampton Court; maar ik zal moeten wachten tot Man tegen Man verschijnt, en het Démasqué. (Bekort vooral het taaie begin!) -

Ik ben zeer rustig in de Vogezen geweest, nu op Gistoux. Erg gezellig. Vera zal ik binnen afzienbare tijd tot iets redelijks maken (iets vrij goeds, geloof ik zelf, eerlijk gezegd, als het ontdaan is van het bepaald beroerde.) - maar ik ben bezig aan een nieuw boek, dat mij oneindig meer bezighoudt. -

Stuur mij dus vooral je boeken, zoodra ze uit zijn. Wanneer? -

hart. gr., ook van Rien

Henny

P.S. erg gek, dat je mij schreef, dat Zijlstra [de zaak] nog met mij wou bespreken en dat hij nu Dick 'audiëntie' geweigerd heeft, -

[op de achterkant van deze brief staat de brief van Du Perron die hiernaast ook is afgebeeld, zie briefwisseling Ter Braak-Du Perron, 21-8-1931.]

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie