Menno ter Braak
aan
H. Marsman

Rotterdam, 29 oktober 1931

R'dam, 29 Oct. '31

B.H.

Ingesloten het stukje over [Chr.] [terug] ter herijking. Laat ik je nog eens mijn persoonlijke meening (+ die van Eddy) mogen herhalen, dat het betoog wint aan afkapping op pag. 3. De noot van E. bovenaan is voor zijn rekening; ik zelf heb tegen het woord ‘onanistenpamflet’ geen bezwaar. Alles, wat je schrijft, zien we met belangstelling tegemoet! Wat het eerst komt, komt het eerst. -

‘Dr. Dumay’ is nog maar aan hfdst. II en voorloopig ontbreekt me de moed, om verder te gaan. Onwillekeurig drukt het je, als achtereenvolgens de litteraire Gids, de Nieuwe Courant, Helman en nu vanavond de N.R.C. ‘Hampton Court’ afmaken, alsof het een prul was. Dit boek, waar voor mijn eigen gevoel meer vibrato in zit dan in de helft van mijn zoo ‘geprezen’ essays, wordt door de heer Scholte anoniem n.b. op de mesthoop gegooid! Bij informatie aan de N.R.C. blijkt me dan ten overvloede, dat hij verboden heeft zijn naam aan mij te laten meedeelen! Toevallig weet ik, dat hij het stuk schreef. Wat vind je van dergelijke methoden? -

Stoor je dus bij ev. inzending van je roman niet aan mij, misschien stopt dr. Dumay wel voortijdig, hoewel ik wel weer op zal kikkeren, maar let wel: ook ik ben ondanks alles gevoelig voor de communis opinio!

Kunnen we niet eens een rendez-vous bepalen? Ik zit van 1-9 Nov, met herfstvacantie in Eibergen.

H. gr. ook voor Rien

je Menno

 

N.B. zond je het ‘Démasqué’ aan Otten?

 

Origineel: Den Haag, Koninklijke Bibliotheek

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie