D.A.M. Binnendijk
aan
Menno ter Braak (Eibergen)

Zutphen, 12 september 1927

Zutfen: 12/9/'27

Beste Menno. -

Gelukkig, dat je eens hebt geschreven. Ik begon mij ongerust te maken en zelf had ik zoo weinig tijd en nog minder nieuws, dat ik op een brief van je wachtte om terug te schrijven. - Waar gaan wij heen? Inderdaad. Ook mij schijnt het hoe langer hoe onoplosbaarder toe een bevredigend perspectief te vinden in de chaos van gevoelens en gebeurtenissen die ons belegeren. Maar toch, geloof ik, sta ik er momenteel zoo al niet beter voor dan toch ongeschokter als jij. De zaken gaan vrij rustig. Alles is weer geregeld. En al mijn aandacht richt ik, noodgedwongen, op mijn studie. Het is eigenlijk jammer, dat je niet, zij het ook in het kort, de toestand hebt aangegeven tusschen jou en Jo. Nu is het zoo moeilijk om er iets over te zeggen. Vergis ik mij niet in dezen, dan meen ik te mogen herhalen wat ik je steeds heb gezegd: hak de knoop door d.w.z. dring aan dat zij de knoop doorhakt, al moet zij dan ook missen wat haar lief is. Want dit leven vergalt en verbittert alles. Zie een baan te krijgen, en trouw met haar.

Misschien sla ik de plank, door dit te schrijven, volkomen mis. Dan vindt dat alleen zijn oorzaak in gebrek aan gedifferentiëerde kennis omtrent de dingen die zijn gebeurd. Kom dus in elk geval een of twee dagen bij me. Vóór October zal ik wellicht niet naar A. gaan; misschien een dag om de filmpjes te zien van de Liga.

In Voorburg was het heel prettig. Ik bleef er meer dan een week, heb ‘Napoleon’ gezien die bij fragmenten subliem was, maar als geheel zeer tegenvalt, en niet haalt bij de Russische. Dat was zelfs bij deze slechte vertooning te constateeren. Verder vaak in Scheveningen gezeten, en gewerkt. Bep is een wonderlijke vrouw.

Die krant van Merkelbach zal half Nov. verschijnen, geloof ik: over tooneel, film, dans, voorzoover deze door beweging zich verwezenlijken, oncritisch, met foto's en teekeningen. Over eenigen tijd verschijnt er een prospectus.

Als je die lezing in R'dam houdt, ga ik mee. Wie pik je uit: dat proza is zóó armtierig... Houwink, de Boer, ‘Colmjon’ (ha, ha...)? Ik wil dat graag hooren.

Schrijf je nog wat voor De Bladen (Oct.) behalve het Marginalium? Over Amerika? Er is copygebrek, en ik heb geen tijd om iets te schrijven. Help ons als je éenigszins kans ertoe ziet!

Kerel, hou je goed, het beste. Groet Jo hartelijk van mij.

Tot spoedig ziens dus! Mijn eerbiedige hulde aan je ouders,

een poot van

je Dick

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie