Menno ter Braak
aan
Victor Varangot

Den Haag, 28 april 1934

den Haag, 28 April '34

 

Amice

Gisterenavond heb ik eindelijk (na het vermoeiend vervaardigen van een boekenweekblad van Het Vad.) tijd gevonden om je novelle ‘Virginia’ te lezen. Ik ben er zeer over te spreken! Dit verhaal bevestigt me, wat ik van je eerste zending af verwacht heb: je originaliteit en meer dan dat. Misschien herinnert de opzet en ook de ‘irrealiteit’ der situaties en personages wel ietwat aan ‘Bij Gebrek aan Ernst’ van du Perron (het komt, dunkt mij, uit dezelfde behoefte aan ‘spel’ voort), maar dat beteekent toch allerminst, dat je die stijl imiteert of zelfs maar volgt. Neen, ik vind dit ding in zijn soort een volstrekt gaaf en persoonlijk stuk werk. Voor de Hollanders ongetwijfeld zeer stuitend door de uitstekende ‘ongevoeligheid’, waarmee je de z.g. gevoelens inzake de liefde behandelt. Natuurlijk ben ik zeer voor opname in Forum; Vestdijk, die het gisteravond eveneens hier las, dito; hij vond het slot iets minder dan de rest, maar ik ben dus niet met hem eens. De banale ontknooping zou geweest zijn, dat V. geen maagd bleek te zijn, maar dat heb je terecht vermeden.

In vergelijking hierbij zijn je ‘notities’ maar zeer matig (wat de formuleering betreft vooral); ze zijn te fragmentarisch en toch te weinig aphoristisch voor den aphoristischen vorm. Ze zijn nu bij v. Vriesland, maar Vestdijk en ik voelen niet voor opneming. Des te prettiger (ook voor mij, die steeds onwankelbaar vertrouwen in je gesteld heb), dat ‘Virginia’ zoo bij uitstek geslaagd is!

hart. gr.

Menno ter Braak

 

N.B. Blijf zenden!

Schrijf me je adres even!

De geest een orgaan? Ik weet het op het oogenblik waarachtig niet, wie dat geschreven heeft, misschien ik wel.

 

Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie