E. du Perron
aan
Menno ter Braak

[10 januari 1932]

Zondag.

Beste Menno,

Wil je Bouws mijn nieuw adres opgeven en het zelf ter harte nemen? 83 Frederik Hendrikstraat, Utrecht.

Woensdagmiddag kom ik bij je.

Maar schrijf vóórdien, si le coeur t'en dit, want ik heb zoo'n idee dat je me eenige dingen hebt te vertellen, die op een Forum-vergadering niet grondig genoeg behandeld kunnen worden. En hoe het zij, je zult moeten toegeven dat ik je niet in het onzekere heb gelaten omtrent wàt een historie als deze voor mij beteekent.

Met hartelijke groeten en in de verheugenis je spoedig terug te zien, steeds je

Ed.

Dank voor de verzen van Van Lier. Ik ben het met je eens: wel aardig, maar toch onvoldoende. Ik heb prachtbrieven voor je van deze jongelieden (Fred en Rudie) over jouw jongemeisje (Aat)!

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie