E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Tjitjoeroeg, 8 oktober 1937

Tjitjoeroeg, 8 Oct. '37.

Beste Menno,

Ik schreef net aan Jan om jou mijn brief door te sturen, omdat ik geen tijd meer had om, tusschen het opbreken van hier door, te schrijven. Maar nu net krijg ik een pak van Nijhoff, waarin de Mult.-bloemlezing uit jouw naam; waarvoor hartelijk dank! Wil je Jan nu schrijven dat hij niet nòg een ex. koopt! Zeg hem ook dat ik De Groene heb, met mijn stuk erin.

Het 8e vliegongeluk van de K.L.M. waarbij Bronislaw Huberman bijna omgekomen is, heeft misschien 1 van de 2 brieven vernietigd die ik je onlangs schreef over ‘elites’. Meld mij dus vooral of je ze niet toch allebei hebt ontvangen. En schrijf mij vooral uitgebreid over Th. Mann. Toch zeker wèl een ‘titaan’, vgl. bij Klausje?

Huberman's telegram aan de Kunst-kring hier was teekenend: ‘Nur leichte Verletzung. Karriere hoffentlich gerettet’. Zóó zie ik deze kunstenaars; het is toch altijd weer prettig als je ziet hoe goed je voorgevoelens en deduceerderijtjes blijken te zijn. - Kom, ik ga nu Anna van Gogh etc. over Multatuli lezen. De kisten en koffers komen langzaam, en wat moeizaam, maar zeker klaar. Over 4 dagen precies reizen we af naar Garoet, mijn adres is dan tot ± 15 December: Hotel Papandajan, Garoet (Java). Laat je gauw wat hooren?

Vandaar schrijf ik uitgebreid. Steeds je

E.

(Groeten v. Bep en aan Antje.)

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie