J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

Schaerbeek, 19 februari 1932

Vrijdag 19-2-32

 

B. MtB,

Hartelijk dank voor je zielsversterkende woorden. Ik heb daar behoefte aan, want als ik een stukje schrijf dan denk ik altijd: ‘maar dat is zóó vanzelfsprekend, dat is open deuren in trappen, dat weet iederéén...’. En ik vrees altijd de overbodigheid.

Eddy is gisteren (Donderdag) vertrokken met Moeder, Vrouw, Zoon, Baboe etc. naar Nederland; domicilie kiezend (officieel) bij mr. H. Marsman, verder gewoon Laan van Oostenburg.

Wij beleven met hem wat Jany noemt zijn ‘Elisabethan Period’. Hij was opgewekt, van[?] strijdlust en van plan om dr. Schotman met zijn pen te doorboren.

Ik heb een duplicaatproef gevraagd van mijn stukje over Palet. Ik zal het je zenden, zoodra aan mijn verzoek voldaan is.

De schilders zijn zeer dom over het algemeen. Ook de zeer goede. Permeke b.v. is een prachtig schilder, overigens een rinoceros. Je moet trouwens niet erg intelligent zijn, want dan kán je niet meer schilderen. In Palet is één vent (een hééle) die werkelijk schrijft, wat wij schrijven noemen: dat is Wichmann.

Het spijt mij dat ik nooit eens in Holland kom. Ik zit nu druk in het werk tot ongeveer 8/9 mrt en ga dan eenige weken bij Arthur logeeren. Als jij de Paasch vac. in Parijs bent, zouden we elkaar misschien dáár ontmoeten.

Als je Bouws ziet vraag dan eens of ik de film ‘Marius’ mooi mag vinden. Tot nader order heb ik er zeer van genoten. Maar meer nog van ‘A nous la liberté’. Ik heb het gevoel of die film speciaal voor mij gemaakt is. Maar dat is niet zoo!

Lees van Helikon No2 1932. Eric van der Steen. Van de drie No1 en 3 beide aller aardigst. Vooral 3.

Vele hart. gr. en nogmaals dank voor de hartversterking geheel je Jan

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie