Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, [2 maart 1937]

Den Haag, Maandag

 

Beste Jan

Onze brieven kruisten! Neen, ik was niet ziek, maar werkte in ijltempo die brochure af, waarover ik je schreef. En verder was het in ‘kunst en letteren’ ook vreeselijk stil. Ik schreef gisteren nog iets over een allerzotste uitlating van Heerema over het geval v.d. Voorde. Zou die jongen zelf iets te verbergen hebben?

Het stukje van Eddy vind ik te lang. Dat is mijn bezwaar. Hij vertelt na (op een ironische manier), en verliest de proporties uit het oog. Een van tweeën: of zoo'n stukje moet kort en neersabelend zijn, of het moet lang en dan ook werkelijk gedocumenteerd zijn. Dit is geen van beide; ik zou het tot op ongeveer 1/3 terugbrengen. Zoo uitstekend als ik zijn stuk over Coolen vind, zoo slap en ondoeltreffend vind ik dit. Het lijkt me, dat je aan de tusschen ons bestaande oprechtheid verplicht bent om hem je afkeuring te schrijven. Er is m.i. maar één middel om hem door deze periode heen te helpen: hem telkens precies, maar zoo vriendschappelijk mogelijk, te schrijven, dat het niet op zijn niveau is. Ik vind het onzin om hem te menageeren.

Multatuli is, hoop ik, vanmiddag in ‘prachtvorm’ ook klaar, maar het kan ook morgen worden. Van de ‘Christenen’ heb ik de laatste proeven gerevideerd, dus alles hangt nu nog af van de snelheid, waarmee Nijgh belieft te drukken en te binden.

Plan a.s. weekend is alweer mislukt, want Cor geeft een ‘groote’ première (De Witte Ziekte). Nu de volgende week??

Pech met Gajus! Ik zou je een uitnemend, uitstekend schrijvend secretaris kunnen verschaffen, momenteel. Drs. in de oude talen, alleraardigste jongen, werkeloos, intelligent. Kun je niet van v. Rossum af? Ik denk, dat mijn candidaat dolgraag zou willen! Voor alle eventualiteiten geef ik je zijn adres: Leo Boschma, p/a den heer Hilbrand Boschma, Ruurlo.

Ik heb hem persoonlijk ontmoet; hij maakte op mij een zeer gunstigen indruk. Bovendien heb ik een artikel van hem gelezen, dat veel beloofde. En zoo iemand loopt zonder werk rond! Denk er eens over.

veel hartelijks van A. tot A.

en van je

Menno

 

Hoe meer ik erover denk, hoe meer ik zeker meen te weten, dat je juist dezen jongeling zoudt moeten hebben!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie