J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

Mosambique, 19 juni 1939

SS. Springfontein

19 Juni 39, Mosambique

 

Beste Menno,

Nòg veertien dagen! En dan zijn we er... waar? Op de plaats des heils of des onheils? Deze boot is volgeladen met Engelschen die van vooren niet weten dat zij van achteren leven: welgemanierde ossen.

Gelukkig is er nu een Italiaan, d.w.z. een wezen tot wie men het woord kan richten met eenige kans verstaan te worden.

Gisteren had ik een aangename conversatie met een Portugees.

Ik lees verbijsterd Blauwbaard en Octopus: hoe komt iemand tot zoo'n brute elk leven staande constructie!

Verder las ik minder dan ik verwacht en gehoopt had. De lichte onzekerheid, welke mij ook met tamelijke rustige zeeën bevangt, werkt de lectuur niet in de hand.

Ik las de elf deelen Carnets v. Barrès en de Nietzsche van Heinrich Mann verder nog wat te hooi en te gras.

Ik heb mijzelf er op gedresseerd niet aan de toekomst te denken. Ik leef op dit schip of ik er altijd op verblijven zal.

Van het verleden echter kan ik mij niet ontdoen, wat ik ook probeer. Ik hunker naar berichten te Beira over 3 dagen.

Men verwàcht altijd méér van de landen dan zij met de beste wil geven kunnen. Vandaar dat zij altijd tegenvallen zoo ook Afrika

Heel veel liefs v. Aty en de jongens voor Ant en jou

Veel handen van Jan

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie