J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

Kaapstad, 10 oktober 1939

‘La Verne, Kloofnekweg, KAAPSTAD

10/10/'39

 

Beste Menno,

Gisteren ontvingen we je levensteeken-met-de-Berkel, uit Eibergen verzonden op 9 September. Je ziet dat de postale diensten nog niet zeer snèl werken. Vroeger nam zoo'n zending 20 dagen, nu 30. Ik leef dus in de hoop, dat er verschillende missieven van je onderweg zijn. Het is allang geleden, dat ik eenige substantieele mededeling jou en Ant betreffende ontving! Ook brand ik van verlangen iets van, subsidiair over Eddy te vernemen en over de gemoedstoestand waarin hij Nederland bereikt heeft. Heb je hem al gesproken? Hoe vond je hem? Veranderd? Je begrijpt wel hoezeer mij dat juist in mijn geval interesseert. Hoe zal ik over vier jaar (dat geve God!) terug komen?? Misschien onherkenbaar! Wat doe je? Werk je??? Je kunt toch niet die heele oorlog door je door die omstandigheden laten nekken? Ik herinner mij niet dat de oorlog in 1914 op eenige wijze inlvoed op het normale leven in Nederland uitgeoefend heeft. Alléén op de voedselvoorziening, waar het geestelijk voedsel niet onder begrepen was. Te meer waar deze oorlog zich zooveel gunstiger laat aanzien. Toen duurde het bitter lang eer er wat teekening ten gunste van ons soort menschen in kwam; terwijl nu van den aanvang af de moffen in hun piepzak zitten. De oorlog wordt op mofsch terrein gevoerd; er zijn voortdurend rellen in moffrica, hittelaar knijpt 'm dag en nacht en weet niet waar hij het zoeken moet: hij wéét dat hij eraan gaat als er geen wonder geschiedt. Geen voedsel, geen steenkolen, geen fighting spirit, geen voldoende transportmiddelen, geen eenheid, geen vertrouwen, geen grondstoffen; hoe wil je nu zoo een oorlog winnen? Bovendien begint Italië sterk van de as af te buigen, getuige de percampagne tegen Rusland, moffrica's bondgenoot. Kortom, ik die (dat weet je) altijd bang en zwartkijkerig geweest ben, begrijp niet waarom men nu niet de toekomst met moed en vertrouwen tegemoet zou zien. Iedere oorlog sleept tallooze ellende mede; maar ik wil ditmaal niet verder kijken dan mijn neus lang is en ik zie alleen maar dit ééne doel, die ééne heerlijkheid: de opruiming van de nazierommel. Denk je eens in: wat een verademing, wat een totaal ànder leven. Al wordt dit óók beroerd, dan genieten we tenminste van een verandering van beroerdigheid!

Ik beweeg mij sterk op en neer! Nù heb ik een beetje vrede met dit verblijf, dàn staat het me weer onoverkomelijk tegen. Helaas, is het veel meer ‘dan’ dan ‘nu’; en ik durf niet te voorspellen of ik hier ooit met een oprecht en duurzaam genoegen vertoeven zal. Met de werkerij gaat het maar zoozoo het is of die maanden niksdoen aan boord, mij voorgoed tot aartsluiaard gemaakt hebben. Niet dat ik voordien bijzonder ijverig was, maar het kon er nèt mee door. Nu is het echter bedenkelijk geworden! Ik moet mij aangorden en geweld aandoen om het hoognoodige te verrichten.

Je kunt mij een grooten dienst bewijzen. Om der wille van de smeer, kunnende ik eenige inkomsten méér dan ooit gebruiken, zou ik zoo graag een boekje geven in die serie van Veen, onder leiding van V.d.Woude. Ik wil ze aanbieden een reeks beschrijvingen van verblijfplaatsen en menschen: Parijs, Brussel, Brugge, Luxemburg, Sestri, Lissabon, Venetië etc etc, maar met allerlei dingen daarbij gesleept. Een luchtig, afwisselend boekje: De Vliegende Kraai, onder het mooto: ‘Een vliegende kraai vangt altijd wat’ (Ned. spreekwoord). Ware ik in Europa, ik zou even naar Amsterdam trekken en die zaak zelf behartigen, gelijk ik placht te doen. Nu is mij dat onmogelijk en schrijven geeft zoo weinig: je krijgt meestal geeneens antwoord. Bel jij, als je in Amsterdam komt, die man van Veen, v.d. Velde, eens op, en beveel hem dat werkje aan. Ik zou het grraag geven, omdat ik het hon. bittergoed gebruiken kan. Ik heb ook Simon gevraagd of hij er soms iets voor kon doen; maar jij hebt wellicht als kritikus nog meer vertrouwen bij die uitgevers.

Ik ben zeer benieuwd of je de verschillende foto's van ons huis, mijn aangelaat en dat van N.P. van Wijk Louw ontvangen hebt.

Nog wat: W.E.G.Louw, van Wijk's jongere broer, gaat 9 November scheep naar Kaapstad. Hij woont Roemer Visscherstraat 36-boven in Amsterdam. Zou je hem een klein pakje willen medegeven bevattende vier theepottuitparapluutjes. Deze gezegende uitvinding van Ant (patent-Faber) beschouwen we als een Gave van Bòven. Verder vier linten voor Hermes 2000-portable, <Dit zijn speciale linten - omdat die Zwitserse schrijfmachines een apart systeempje hebben> komt er niet op aan van welke kleur: zwart-rood, blauw-rood of paars-rood. Deze zijn hier niet te krijgen of vijfmaal zoo duur. Zoodra je mij even opgeeft wat deze artikelen kosten, zal ik je een bedrag doen toekomen van de bank. Informeer maar even wannéér Gladstone Louw <afreist> want ik geloof, dat de datum nog niet zóó vaststaat als hij wel wenschte. Hij heeft zijn doctoraal bij Nico D. met goed gevolg afgelegd. Wonderlijk die voornamen in dit land! Van Wijk is een voornaam evenals Gladstone en hun beider vader, notaris, heet Bismarck von Molthe Louw!!!!!!

Wat ik lees? Ik ben bezig de tien delen Proza van Verwey van a - z door te werken; ik ben nu aan deel 4. Daartusschen door lees ik nu uitsluitend van en over La Rochefoucault, daar ik de kopij van de Fransche Moralisten moet inleveren! Zoo'n beetje druk op me kan geen kwaad, nu minder dan ooit!

We hunkeren hier naar Fransche kranten. Ik had opdracht gegeven aan den heer Van Vethem boekhandelaar te Brussel om mij geregeld van alles te sturen, maar zijn laatste zending was van 15 Augustus!

Ik heb September van DVB ook nog niet. Je hebt er geen idee van welk een goede oefening in geduld zulk een verblijf in uitmiddelpuntige oorden is!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum | vervolg van de brief ontbreekt

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie