J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

Kaapstad, 30 januari 1940

Dit is brief nummer 25

zijnde vijf-en-twintig

 

Kaapstad, 30 Januarij '40

 

Beste Menno,

Mijn epistolaire drift werd deze week zeer gefnuikt door drukke letterkundige besognes. Er is een grens aan 's menschen schrijfkracht! Behalve enkele noodige artikelen, ben ik bezig eenige boekjes persklaar te maken, hetgeen, behalve veel en aandachtig wikken en wegen, enorm veel tijd en zorg voor bewerking, verandering, verbetering eischt. Sommige artikelen moeten tot één samengevoegd, andere weer gesplitst worden. Ik ben nu klaar met de kopij voor het tiende en wellicht laatste deeltje van de reeks Ursa Minor, drie tamelijk omvangrijke essaijs uit verschillende tijden van mijn schrijverij. Dan krijgt Van Kampen in '40, als hij het hebben wil ten minste (wat god geve, gezien mijn moeite) een, naar mijn bescheiden doch niet geheel onbevooroordeelde meening, aardig boekje ‘Rariteiten’ geheeten, bevattende opstellen en aanteekeningen over allerlei vreemde verschijnselen en verschijningen in de litteratuur; lichte kost, waar uitgevers juist altijd om vragen. Het eerste zal de omvang van Van Schendel's Nachtgedaanten hebben; het tweede een vijftigtal blz méér dan Steenen voor Brood tellen bij gelijke uitvoering. De Fransche Moralisten worden daarbij niet verwaarloosd. Zoodat ik tegenwoordig mijn dagen niet in ledigheid verspil. Het is verder rustig in de wereldpolitiek, zoodat ik niet word afgeleid. Het schijnt in Europa nogal koud geweest te zijn dit jaar. Hebben jullie daar in Den Haag ook last van gehad of niet méér dan andere jaren? Was jullie huis goed warm te krijgen? Onze volle zomer duurt nog de geheele maand Februarij, dan begint de herfst. Maar wat je noemt làst van de warmte heb ik hier geen dag gehad. Het was altijd aangenaam en het koelt 's avonds veel sterker af dan in Zuid Frankrijk. Ik maak me een beetje bezorgd over de slechte verbindingen met het oog op de stof voor mijn artikelen. Sedert de laatste dagen van November is er geen boot met bestemming ZA meer uit Nederland vertrokken. Er liggen kisten vol boeken voor de H.A.U.M. te wachten en daar zal menig boek voor mij onder steken; maar wanneer zullen we die hier krijgen?? De tijdelijke aanwezigheid te Kaapstad van Uys Krige is werkelijk een verdienstelijke aanwinst voor onze kleine kring. Hij is, 28 jaar oud, en een bijzonder aardige, gezellige jongen die de schakel vormt tusschen Kees en Van Wijk: drie generaties! Het is gewoonte geworden dat Van Wijk Louw en zijn Truida iederen Zondag bij ons soupeerren, zoo van 6 tot elf, half twaalf, héél prettig; en Uys sluit zich daar tegenwoordig gewoonlijk bij aan. Hij leeft hier weer een beetje op, na de schelderij en de bedreigingen welke hij in het noorden te verduren had, omdat hij, ten einde niet definitief te verhongeren met vrouw en kind, een regeeringsbaantje aangenomen heeft. Frissche toestanden! Je moet het hooren om het te gelooven. Maar we praten er maar niet meer over. Dat is het verleden. J.l. Zondag las hij een kostelijk gelegenheidsstuk voor, dat hij vervaardigd had voor het een of andere feest van de Stellenbosche studenten. Kees, na geruimen tijd, uiterst ontdaan te zijn geweest, stijft weer een beetje op en krijgt zijn oude vroolijkheid terug. Hij had een diepe inzinking. Hij is ook weer hard aan het werk. Hij schrijft een verhaal, dat het vorige voltooit en daar een geheel mee maakt. Ik heb er nog geen letter van gelezen en kan je er dus niets van melden. Terloops zag ik met niet geringe vadertrots dat de NRC bijzonder loffelijk zich over Kees' bijdrage in WERK uitliet. Zou er niet iemand zijn, die er aangedacht heeft mij dat knipsel toe te zenden??????? Ik zou het graag willen hebben. Verder vernam ik dat je de zijdelingsche relaties met de Nederlandsche diplomatie uitgebreid zijn en dat nu allebei je zusters in de ‘Carrière’ zijn. Zou er geen kans bestaan dat Victor nu gezant wordt; het hoeft niet dadelijk in Brussel, hij kan klein beginnen, in Andorra bijvoorbeeld. Ik heb nu ook, Wolters gebruikte godlof de posterijen!, de briefwisseling Kloos-Vosmaer ontvangen. Die aanval na V's dood en na zoo'n correspondentie maakt Kloos als karakter voorgoed àf. Ik vind het verkeerd, dat Stuif die infecte houding nog zoo'n pietsie tracht te vergoeilijken in zijn voorrede. Kwamen er maar weer eens wat Zondagsstukken aan!!! Ik heb er al in geen maand ruim een gezien, dank zij de grillen van Tante Pos. Ik zal blij zijn wanneer Rompel, red. buitenland van Die Burger, van verlof terug is, want dan kan ik weer Vaderlanden en Rotterdammers krijgen! We zijn een maand lang van deze heerlijkheid gespeend.

Nu ik zoo druk bezig ben, kan ik mij over het algemeen wat beter schikken; maar zoo nu en dan heb ik er toch nog een dag tusschen dat ik met mijn hoofd tegen de muur loop. En wanneer er op de een of andere wonderbaarlijke wijze een mogelijkheid kwam tot terugkeer naar de Europeesche hel, zou ik geen moment aarzelen. Ik schreef het je al: wanneer ik het gevoel had, dat dit een ietwat uitgebreid vacantiebezoek was en dat ik over een jaar, desnoods anderhalf weer terug zou zijn, zou ik hier volop genieten. Maar het vooruitzicht van ten allerminste vier jaar maakt me totaal dof. Van Eddy kreeg ik een fraai dubbelportret: mèt en zonder snorbaard. Ik heb ze in één lijstje laten zetten!! Zeer vermakelijk. Op de ongesnorde foto lijkt hij mij mager in het gelaat geworden en het een sterke trek om de mond doet hij aan de een of anderen machtige Kainz denken! Overmorgen is het Februarij en ik heb nog steeds het Januarijnummer van Gn niet! Weet je, ik ben zoo bang, dat een verblijf zoo ver weg met zoo veel bezwaren, mij op den duur tot een zanik zal maken: je begint een overdreven belang aan allerlei kleinigheden te hechten en het valt je steeds moeilijker je over iets héén te zetten. Kolonisatie maakt tobberig. Mij althans. Ik doe mijn best ervoor te waken maar dar is niet wel mogelijk. Mijn gedachten gaan steeds weer naar dezelfde kleinigheden of betrekkelijke kleinigheden uit. Zoo is bv GN bezig een complex te worden, omdat hatelijke modewoord ook eens te gebruiken. Ik kan soms uren lang in oude nummers bladeren, zoo'n beetje sufferig melancholiek; zooals ik mij voorstel dat een verlaten minnaar de oude brieven van zijn geliefde op gezette tijden en in de gepaste stemming ter hand neemt om eens ‘heerlijk te weenen’, gelijk Couperus placht te zeggen.

Geeft Zijlstra in '40 je ‘In gesprek met de Tegenwoordigen’ uit???? Zorg daarvoor want de twee deeltje hooren bij elkaar en ik zou ze zoo dolgraag volledig in mijn kast zien staan. Je hebt stof voor een prachtige tegenhanger van de Vorigen en als je je er toe zet is dat perklaar maken niet zoo'n zwaar en wel een gezellig werk. Al zou je het alleen maar doen om mij de eenzaamheid te verzoeten.

Ik hoop dat deze brief medegenomen kan worden door collega Nunes Vaz van het Algemeen Nederlands Persagentschap, die dezer dagen weer met De Reiger terugvliegt. Ik geloof 4 Februarij, hij is dan 9 Februarij in Napels en dan zou je deze missieve 11 of 12 Februarij in handen kunnen hebben, hetgeen een ongekende snelheid zou zijn. Hij komt waarschijnlijk heden in Kaapstad en ik heb met het consulaat afgesproken, dat ze me zouden waarschuwen, opdat ik een afspraak met hem kan maken. Mocht hij niet komen of geen neiging vertoonen zich met deze brief te belasten, dan stuur ik hem per post. In het geval van wèl sluit ik er een brief in voor Nini. Wil je die dadelijk van omslag, adres en postzegel voorzien. DO IT NOW! Het adres luidt: mevr. M.P. Brunt, 151 II Stadhouderskâ, Amsterdam-Zuid. In het tweede geval steekt er dus géén brief van voor Nini bij deze.

Ik heb het gevoel, dat deze brief nog onsamenhangender is dan gewoonlijk; want ik heb een ietwat flodderig hoofd ten gevolge van slecht slapen, dit weer ten gevolge van te ingespannen en te laat werken. Overigens vrij gezond. En hoop ik van u hetzelfde. Hoe staat het toch met Nijgh?????? Nog steeds in het ziekenhuis??? En zoo niet, weer als vanouds op de courant???? Vergeet NIET hierop te antwoorden. En zend mij vooral, behalve je zondagsstukken, ‘Gedachten op Donderdag’ <dit is een bijstelling [van] zondagstukken>, alles wat mij kan interreseeren: rijmruzies, besprekingen van GN, iets over Keesje etc etc!!! Ik schaam me dood, dat ik die goede Hein in zoo lang niets van me heb laten hooren.

In de hóóp, dat dit bericht je reigerswijs bereiken zal in een recordtijd, met hééél véél liefs voor gade en kattenkroost, een hartelijke hand van geheel

je JAN

bericht van ontvangst tot en met 12 ontvangen

13- 22 Dec
14- 30 "
15- 2 Jan
16- 4 Jan (met rapport Holl. Weekblad)
17- 5 Jan (briefk.)
18- 9 Jan
19- 10 Jan (briefk.)
20- 11 Jan
21- 15 Jan (briefk. betreffende proeven Slau)
22- 17 Jan
23- 23 Jan ([onleesbaar] briefk.)
24- 24 Jan
25- 30 januari geschreven verzonden?

Kees vraagt of je zoo vriendelijk wilt zijn de brief aan zijn vriend Claude te verzenden.

heb je geloof ik te Juan les Pins wel ontmoet.

 

Hedenavond om 9.30 heb ik het onderhoud met de collega v het A.N.P. ik hoop dat hij koerier wil spelen!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie