Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte [Tiel]

[Tiel], 16 mei 1929

16 V '29

 

Lieve Hannie

Voortdurend heb ik het gevoel, dat ik door je laatst over een brief te spreken, die ik je niet gaf, een unfairheid beging. Met de beste bedoelingen. Maar het zou jou kunnen voorkomen, alsof ik eenig schoolmeesterachtig verband zou willen leggen tusschen je eindexamen en die brief, en dat is, natuurlijk, niet zoo. Als je die, inmiddels al weer ‘verouderde’, brief leest zul je dat wel begrijpen.

Maar ook al daarom: het is in ieder geval beter, dat ik zeg, wat ik wil zeggen, voor ik met Pinksteren vertrek. Kun je morgen (Vrijdag)avond 10 uur een eindje met me omloopen? Ik zal dan bij de deur op je wachten. Het lijkt me beter, dat ik je niet zelf afhaal. Bedenk maar één of ander sprookje.

Dag!

Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie