Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte

Rotterdam, 21 februari 1930

Rotterdam, 21 Febr. 1930

 

Mijn lieve Pjotr,

(Zoo heette ook den roman van Klabund, die ik je wou sturen, maar die helaas uitverkocht was!). Ik kan je nu gauwer antwoorden, want heb me gisteren zoo ongeveer door al het nog liggende werk heengegeten, om tenminste niet voortdurend te zitten tikken. Een questie tusschen de Liga’s in R'dam en Arnhem is gelukkig ook beslist, zoodat ik me werkelijk ietwat vrij voel. Ik kan niet ontkennen, dat ik je vaak benijd met je veel vrije tijd in Parijs! Enfin, dat heb ik in Berlijn gehad, en per slot van rekening heb ik er geen bezwaar tegen, in een gareel te loopen. Wat je over je luxe schrijft kan ik me levendig voorstellen; maar ik zou me daarover toch niet ongerust maken. Ik geloof niet, dat je een aanleg voor onmogelijke luxe hebt, en van wat luxe ben ik waarachtig ook wel gediend. Ik voel absoluut geen neiging, om als proletariër te leven! Liever werk ik maar wat in mijn vrijen tijd, dan zonder levensfranje te zijn. Maar als ik geen milloenenerfenis krijg, zal ik er altijd wel voor moeten sjouwen. Enfin, ook niet erg. Geniet jij overigens zonder gewetensbezwaren van dit luxueuze intermezzo! Natuurlijk zal het je in Holland even vreemd zijn, om weer in een cliché-omgeving te zijn, die je dadelijk weer wil inpikken, maar daaraan wen je gauw genoeg. Überhaupt ben je toch ook naar Parijs gegaan, om egoïstisch te zijn, om nu eens totaal aan jezelf te denken, om eventueel zelfs gevaarlijke experimenten uit te halen! Zelfs als je met Chavez een gevaarlijk spel speelde (ik bedoel natuurlijk geen coquetterie - maar dat onbewust spel, dat niemand zelf totaal kan overzien), zou dat nog beter zijn, dan wanneer je je angstvallig van alles afzijdig hield. Mijn opinie is, dat alleen die dingen waarde hebben, die tegen alles openlijk bestand zijn. Het z.g. zelfopofferingsidee geldt wel voor allerlei bijkomstigheden, maar niet voor essentieele levenskwesties, zooals een huwelijk. Zoodra iemand zich in eenig opzicht heimelijk gêneert voor de stap, die hij gaat ondernemen, moet hij het liever niet doen. Dat wil dus niet zeggen, dat je in allerlei bijkomstigheden niet naar aanpassing zou moeten zoeken; maar de grondgedachte moet absoluut zuiver zijn, en die zuiverheid kan alleen maar worden gevonden in vrijheid van jezelf (een zeer egocentriche eisch dus, maar in werkelijkheid de eenig-denkbare altruistische). Ik heb me daarom zelf nog eens grondig gecontroleerd op het punt van jalouzie; en ik ben beslist niet jaloersch, ik kan het niet meer zijn. (Ik zie nu af van natuurlijke oogenblikken van eenzaamheid, waarin je alleen maar een hulpeloos hoopje individu bent). Een jalouzie tegen Chavez zou zich onmiddellijk tegen mezelf richten! Het Carnaval heeft me van zulke gevoelens bevrijd; vandaar zeker, dat, naar ik hoor, de jong-katholieken vergaderd hebben, naar aanleiding van de gepubliceerde fragmenten, om dadelijk na het verschijnen met een tegenboek te anwoorden. Ieder schijnt een hoofdstuk voor zijn rekening te willen nemen: Een ongedachte belangstelling!

Ja, een mensch moet met de gevaren van zijn zieleholletje spelen, anders is er geen waarde aan zijn zielsrust. Wat heb je aan die kunstmatig geconserveerde rust van kostschooljuffrouwen! Die hebben nog niet eens goed in de appel der kennis gebeten en zijn nog half in het paradijs der onnoozelen.

Gisteren ben ik niet naar Zeist gegaan, het kon er, wat tijd betreft, niet af. Ik was eergisterenavond door Jo Otten meegelokt naar de revue ‘turf in je ransel’ met Buriau (die werkelijk de moeite waard is) en liet daarom van alles liggen. Richter-interview heb ik nu uitgewerkt; misschien ga ik morgenmiddag nog eens kijken, als er niets tusschenbeide komt, maar Zondag moet ik in Dordrecht zijn, daar zit niets anders op.

Die rotfilm uit de Studio 28 was zeker ‘Sa tête’ van Epstein? Die reputatie ging haar al vooruit! (Dezelfde man als van ‘Glace à trois Faces’) Gisterenavond zag ik hier nog gauw de Japansche film ‘Yoshywara’, maar ik ben er niet geestdriftig over. In ‘De Uitkijk’ heeft Mannus al wonderen verricht ‘Het strooien hoedje’ van René Clair heeft nu een succes, dat Jeanne d'Arc nog slaat! ‘De oude’ gaat er nu 15 maart uit; hij schijnt er zeer door terneergeslagen te zijn, maar in de den laatsten tijd deed hij ook al te belachelijke dingen.

Ik zit nu druk te corrigeeren aan het Carnaval, wat veel tijd kost. Het heele boek heb ik nu bijna in proef, en het is een heele turf. Maar het nazien is vervelend; je krijgt zoo genoeg van jezelf.

Schrijf maar erg veel, dan heb ik toch het gevoel, in je buurt te zijn. Ook al wou ik je nu wel eens dolgraag hier hebben! Maar: Paschen! Dag dag! Veel zoenen van jouw

Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie