Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte

Rotterdam, 23 maart 1930

R'dam, 23 Maart 1930

 

Mijn liefste Hanneke,

Je hebt mijn kaart uit de trein zeker ontvangen? Daaruit zul je dan wel weten, dat ik het de laatste dagen weer schrikbarend druk had; er kwamen nog artikelen en correctiewerk bij, zoodat ik hoe langer hoe meer naar de vacantie smacht. Ik stuurde je gisteren ook de N.R.Ct. en Filmliga). Het gaat hier overigens alles zijn gewone gang. School, lezingen, etc. Gisteren was ik in Zeist, trof daar ook alles in orde. Zaterdag Filmliga geweest, waar de heer de Keukeleire een pijnlijk échec had te lijden. Hij was er heelemaal ontdaan van, maar het was dan ook werkelijk, na de beide knalprogramma’s 4 en 5, niet veel soeps, gewild modern en Freudiaanscg-aanstellerig. ’s Avonds ging ik eerst naar Utrecht, ten huize Marsman, alwaar Dick en Enny verzameld waren. Je moet van hen allen de hartelijke groeten hebben! Het was prettig, hen weer eens te zien. Dick’s dichtbundel (tje, ik kreeg die in een enveloppe, symbolisch feit!) is uit, heet nu definitief ‘Het Andere Land’. Je weet mijn opinie erover. Heb je zijn stuk over van Loon in de V. Bladen gelezen? Dat was uitstekend, en viel heelemaal buiten zijn gewonen precieuzen toon. Ik heb nu ook het losse omslag van het ‘Carnaval’ gecorrigeerd; het is aardig, met groote maskers in een lange rij om het heele boek heen. Het komt de volgende maand uit.

Nu iets over de vacantieplannen. Vanmorgen kreeg ik bericht uit Kopenhagen, dat mijn lezing ‘so gut wie sicher gestellt ist.’ Waarschijnlijk gaat het dus door! Nu krijg ik Woensdag 16 April al vacantie, zoodat ik Donderdag in Parijs kan zijn. Ik wilde daar met je blijven tot en met de Paaschdagen (één en ander trouwens afhankelijk van de definitieve datum der lezing), dan naar Holland terug; ik neem de films dan in een verzegelde koffer mee, en we gaan door naar kopenhagen. Ik weet niet, hoe je vader en moeder erover denken, maar in ieder geval ga je mee! De reis kost heen en terug f 100. Ik zelf krijg alles vergoed, dus zoo nodig betaal ik jouw ries uit mijn ‘fonds’. We zullen dat misschien zoo gauw niet kunnen herhalen, en ik vind het veel te prettig, je mee te kunnen nemen. Als het doorgaat, neem ik, behalve jou, ‘Brug’, ‘Regen’, ‘Voetbal’, ‘Jardin du Luxembourg’ en een filmpje van Mol mee. Een mooi programma, en zeer representatief; alleen ben ik ietwat benauwd voor mijn duitsche redevoering!

Dan zal het ook hoog tijd worden, om aan de trouwerij, en vooral aan een huis, te gaan werken! Ik kijk hier wel voorloopig wat rond, maar definitief wil ik natuurlijk zonder jou niets doen. Ellendig, dat ik nu eerst nog verhuizen moet. Er beginnen hier al symptomen, zooals afgenomen gordijnen, rond te spoken. Vannacht ben ik plotsklaps door mijn bed gezakt, aangezien het maar een hulpbed is (het andere is al verdwenen). Ik was overigens te slaperig, om krachtdadige pogingen tot reparatie te doen.

Met dit alles komt er van echt werken niet veel terecht. Mijn nieuwe boek heb ik in groote trekken in mijn hoofd; titel: ‘Reizen met Octavianus’. Maar ik hoop op de zomervacantie. Dat is tenminste een tijd om vele dingen te doen.

Zondag las ik in Zeist een brief van v.Gennep over jou en je verhouding tot Parijs. Hij beschouwt de zaken vanuit typisch rationalistisch, nuchter standpunt, begrijpt er m.a.w. niets van, als ik goed zie. Hij schrijft bewonderend over je bindkunst, maar kennelijk vindt hij ook, dat die goed is, om je gedachten te kalmeeren! Of liever: zoet te houden. Een echt eenzijdige mannentheorie. Trouwens, het woord ‘Hegel’ bij het Carnaval der burgers is voorbarig en oppervlakkig, want het gaat, hoewel het in de ‘drieslag’ (burger, dichter, carnaval) misschien iets op Hegel lijkt, precies tegen mijn conclusies in. Bovendien, dat onmiddellijk etiquetten-plakken-met-andere-namen heeft toch ook niet den minsten zin. Natuurlijk heft iedereen invloeden ondergaan, maar dat is toch het interessante niet. Het interessante is, of hij zichzelf tracht te zijn.

Brief van Souzie was lief, onbenullig en een weinig coquet. Ik zal haar vandaag of morgen wel iets antwoorden. Overigens vind ik het kiekje met jongenskop van je nu overtroffen door de Photomaton uit Parijs!

Ik scheid er nu ook maar mee uit. Het wordt tijd, dat we weer bij elkaar zijn. Maar schrijf toch maar gauw weer! Ja? Dag! Veel lange zoenen van

jouw

Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie