Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte

Rotterdam, 1 september 1930

Rotterdam, 1 Sept. '30

Beukelsdijk 143b, tel. 31516

 

Lieve Hannie,

Volgens je wensch heb ik Wortelboer opgedragen, vandaag het boekenkastje te verzenden met v.g.& h. aan je amsterdamsch adres. Wat de andere dingen betreft: het is meerendeels breekbaar goed, zoodat ik er de voorkeur aan zou geven ze niet te versturen, maar ze persoonlijk te laten bezorgen. Waarschijnlijk is er a.s. Zaterdag een gelegenheid, omdat Truida dan naar Amsterdam gaat. Zij zou in dat geval een en ander kunnen afgeven, omdat je er toch zelf wel niet zal zijn. Misschien wil je me nog even laten weten, hoe je het het beste vindt. Er is, behalve de door jou gevraagde dingen, nog een klein schemerlampje bij, dat ik tijdens je verblijf in Parijs kocht en dat dus voor jou bestemd was (en is). Dit is nogal erg kwetsbaar, zoodat ik ook voor dit ding bezorgen boven verzenden verkies.

Wij zijn nu juist zoover gekomen, dat de flat er bewoonbaar uitziet. Het is een zeer geslaagd huis, voor zoover ik erover kan oordeelen, en ik denk, dat het er best uit te houden zal zijn.

Ik schrijf maar wat, omdat ik in zoolang niets van je gehoord heb. In een paar maanden kunnen er zulke vreemdsoortige veranderingen in iemands ervaringen komen, dat het gevaarlijk is, er zonder gegevens op te doelen. Ik zelf heb voor en in de vacantie zooveel mogelijk buiten herinneringen trachten te leven, hetgeen mij niet altijd lukte. Ik was heel prettig in Londen en voor een week met Wim ook zeer naar onze zin in Duitsland (Frankfort, Neurenberg, München). Verder heb ik veel geschreven, ook aan mijn nieuwe roman, waarvan 2½ hoofdstuk af zijn. Het is vreemd voor mijn eigen gevoel, dat ik alleen daarin werkelijk pleizier heb, en dat een theoretiseerend boekje dat ik ook schreef, me eigenlijk niet meer lag. Ik hoop, dat ik ook onder de schooltijd kan opschieten, want de lotgevallen van mijn helden en heldinnen gaan me bijzonder ter harte, meer nog dan het instituut des heeren Schrijver.

Op het Carnaval kwam een heele bloemlezing critiek, meestal gunstig, maar alleen in een enkel geval voor mezelf van waarde. Overigens schijnt de verkoop, naar van Tricht me schreef, heel goed te gaan. Ik zou wel eens willen weten, hoeveel menschen er mee ingevlogen zijn, maar daarvan bestaat helaas geen statistiek.

Wil je aan Johan zeggen, dat ik hier nog heb (van hem geleend) een evangelie van Steiner en De kleine Johannes. Ze zijn met mij mee verhuisd en ik hoop ze hem binnenkort te kunnen terugzenden.

Ik zou het er nu wel graag op willen wagen, je weer te ontmoeten, maar ik weet niet, hoe jij daarover denkt. Schrijf me daarover ook eens. Het is gemakkelijker, allerlei dingen te bepraten dan ze te ‘beschrijven’.

Hoe gaat het nu met je vader? Is hij weer geopereerd? Er drong iets van dien aard tot me door via een brief van je moeder naar Eibergen, maar ik weet niet precies, hoe het zou verloopen. En wanneer begint je nieuwe werkkring? Ik denk, dat je veel van Amsterdam zult genieten. Hoorde je, dat de Binnendijken er ook komen?

Dag!

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie