Menno ter Braak
aan
Everard Bouws

Zutphen, 23 juni 1932

Zutfen, 23 Juni '32

 

B.E.

Hierbij de zending Marsman retour, benevens een stukje over Mussolini-Ludwig, dat misschien in het september-nummer kan.

Om je de waarheid te zeggen: ik ben van geen van beide producten van Marsman bijzonder verrukt, maar slap voor opname van beide, het is voor mijn gevoel alles echo van vroeger, geen ‘nieuw geluid’. Bovendien is het schrijven in cahier-stijl eigenlijk te sterk beïnvloed door Eddy, om niet een heel klein beetje ridicuul te zijn, als men zoozeer verheven dichter is, maar in vredesnaam: als Marsman wil beweren, dat ik een ignorant ben, heb ik er niets op tegen, en ik meen, dat we best zooiets kunnen opnemen. Het bewijst onze ongevoeligheid voor persoonlijke verschillen (als particulier en redacteuren, bedoel ik). Als we dit ijskoud plaatsen, bewijzen wij immers ten duidelijkst, dat wij ons van dit soort poëtische verwijten geen snars aantrekken.

Het vers vind ik ook maar zoozoo. Een paar mooie regels, verder kan de pastoor nu, dunkt mij, wel eens op bezoek komen, om een rijbewijs voor de hemel te verstrekken; want dat branden...

h.gr.

je M.

 

N.B. Weet je ook, of Zijlstra het Démasqué al heeft laten ‘ombakken’?

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie