Ed. Pelster
aan
Menno ter Braak (Eibergen)

Den Haag, 27 december 1928

27 December 1928.

Tweede brief.

B.M.

Zoo juist zie ik uit mijn copieen, dat ik je nog niets naders over het Clairprogramma heb laten weten en weet natuurlijk ook niet of je ondertusschen nog iets van Ankersmit of Joris er over hoorde.

Clair komt dus definitief op 19 Januari 1929. Hij brengt mee: LA TOUR EIFFEL.

Fragmenten van Chapeau de paille. Dit heeft Ankersmit heel handig bij Albatros gedaan weten te krijgen en vind ik het daarom weer echt Jordaan, dat die al weer spijtig opmerkte ‘waarom niet de heele Chapeau de paille’. Laat hij toch niet vergeten, dat het een zuiver ‘commercieele’ film is, die heelemaal in ‘commercieele’ handen zit. Ik sta werkelijk verstomd over de coulance van Kamonka van Albatros en zal dan ook zien of er naar aanleiding van Clair's optreden nog niet wat met die film hier te doen is. Dat zal helemaal afhangen van de pers.

Verder kunnen we dan nog op het programma zetten (geheel of gedeeltelijk) Fantôme du Moulin Rouge en Entr'acte. Ook vraag ik nog aan Clair of hij een stuk mee wil brengen uit Le voyage imaginaire (de Musée Grévin-scene, die zeer goed is).

In ieder geval wordt het zoo wel een goed programma en heb ik ook al geschreven dat Clair niet al te lang mag spreken, wat hij eerst wel van plan was.

Nu is alles weer bij. t.t.

Ed Pelster

P.S. Toch niet. Ik maakte zoojuist in orde, dat op 5 Januari a.s. onder leiding van Dr. van Ophuijzen uit den Haag de Coquille 's avonds om half negen te Leiden wordt vertoond in de collegezaal van Prof. Jelgersma voor de Ned. Ver. voor Psychoanalyse en voor de Leidsche Ver. voor Psychopathologie en Psychoanalyse. We gaan vooruit! Kom je dan ook? Ik ga er in ieder geval heen.

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie