Tijdschriften

Boekenschouw

Dr. B.M. Boerebach heeft een laatste woord gewijd aan het verscheiden van Henri Brémond, den ‘Vriend der letteren en man van de Kerk’, hij zegt daarin o.m.:

‘Henri Brémond, de vijand van het op de spits gedreven intellectualisme, is het meest recente en meest vermaarde voorbeeld van den Christen-humanist. Voor allen, die de Latijnsche beschaving in eere houden en de Fransche beschaving een goed hart toedragen, is zijn werk van onschatbare waarde. En hen, die van de woordkunst houden, doet dit werk denken aan de H. Schrift, waarvan St. Augustinus zeid, dat zij sommigen een eng, bekrompen nest toeschijnt, maar anderen een tuin vol vruchtboomen, waarin de vogels vliegen van tak tot tak, onophoudelijk nieuw, verborgen voedsel ontdekkend; vruchten, die zij, blij-zingende, zoeken en vol verrukking plukken.’

Ds. Panhuysen schrijft over ‘Het drama onder de Tudors’, naar aanleiding van Boas' Introduction to Tudor Drama. Behalve de gewone besprekingen vraagt de aandacht een opstel van dr. J. Brouwer over ‘Spanjes tweespalt’ en een beschouwing over Gogol van Han Jonkers.

M.t.B.