Nieuwe uitgaven

Caroline Miller, ‘Stoere Zwoegers’ Vertaling G. van Nes-Uilkens. (Zuid-Hollandsche uitgeversmij. 's-Gravenhage).

Onder den titel ‘Stoere Zwoegers’ heeft de Zuid-Hollandsche uitgevenmaatschappij hier een vertaling uitgegeven van het tweemaal bekroonde boek van Caroline Miller, ‘Lamb in his bosom.’

Wie dit boek in zijn oorspronkelijke Amerikaansche tekst leest, zal er terecht de grootste bewondering voor hebben. Het is een krachtig en sober verhaal, dat het eenzaam leven van de boeren in Georgië in de vorige eeuw ten tijde van den Amerikaanschen burgeroorlog tuscchen Noordelijke, en Zuidelijke staten over de slavenkwestie weergeeft. Voor de liefhebbers van boerenromans een kolfje naar hun hand.

 

Helaas heeft het vertaten in het Nederlandsch een en ander aan de waarde van het boek afgedaan. Het is mevrouw van Nes-Uilkens niet overal gelukt de juiste atmosfeer van het boek vast te houden, hetgeen voor een groot deel toe te schrijven is aan haar voorliefde voor een zekere honneponnigheid, die volkomen in strijd is met den oorspronkelijken tekst. Eenige voorbeelden: Op pag. 5

 

‘She had a way of rouding his head into her shoulder, of catching his legs up against her with her strong, lean hand and they would sleep so, their bodies fitted one to the other.’

Vertaling: ‘Zij had een eigen maniertje, om zijn bolletje in de holte van haar arm te knusselen en met haar sterke dunne hand zijn beenen tegen zich op te trekken. Zoo sliepen zij dan, hun lichamen als lepeltjes in elkaar passend.’ Waar vinden we in den Engelschen tekst die verkleinwoorden, waar dat ‘knusselen’ en die ‘lepeltjes’?

 

De man zegt tot zijn jonge vrouw (pag. 12) ‘little un’ in zuiver Engelsch ‘little one’, dus ‘kleintje’ en niet het onmogelijk stijve ‘mijn deerntje’ van de vertaalster.

 

Elders spreekt de schrijfster van ‘bottom’, een grover woord voor ‘buttocks’ en dus zeker niet te vertalen door het z.g. nette dameswoord ‘bibs’.

 

Verder moeten wij helaas ook aperte fouten signaleeren. ‘Spring-house’ zal hier op een boerderij, hoewel de dictionnaire het woord niet geeft, zeker geen ‘bronhuis’ beteekenen, eerder ‘karnhuis’, daar er gesproken wordt van de melk en de boter, die er in bereid wordt. ‘Slick’ is niet ‘glanzend’ maar ‘glad’, ‘sopping the meat-grease’ is niet ‘sopten het vleesch in het vet’ maar ‘sopten de jus op’, ‘juniper’ is ‘jeneverbes’ ‘trinkets’ zijn ‘sieraden’ en geen ‘snuisterijen’ en ‘any of these young bucks’ is slecht vertaald door ‘net gelijk wat jonge kerel’, hetgeen Vlaamsch is en in het Nederlandsch behoort te zijn ‘elk van die jonge kerels’ of ‘iedere jonge kerel.’

 

Dit zijn enkele voorbeelden; er zouden er veel meer te noemen zijn. Hieruit blijkt voor de zooveelste maal, dat vertalen niet ieders werk is en zijn speciale moeilijkheden oplevert, die iemand leelijk parten kunnen spelen. De lezer moet dus de qualiteiten van het oorspronkelijke boek door de vertaling heen opsporen; hetgeen op zichzelf nog zeer zeker de moeite waard is; maar toch inspanning kost, die men beter op andere strategische punten zou kunnen gebruiken.

M.t.B.