Nieuwe uitgaven

Jan van As, Lawine (Van Holkema en Warendorf, A'dam, 1935).

Men kan den titel van deze novelle letterlijk en figuurlijk nemen. De lawine begraaft in den letterlijksten zin van het woord Mathias en Christine, broer en zuster, en laat hun blinden broer Hannes in de vrieskou omkomen. Maar figuurijk kan men de lawine beschouwen als de onverbiddelijke wals van het leven, die de individuen vermorzelt en hen, alle verzet ten spijt, tot anonieme ledepoppen van hun driften maakt. Zoo zou men althans de liefde kunnen opvatten, die tusschen den blindgeschoten Hannes en zijn zuster ontstaat; een liefde, de tegen de moraal ingaat, maar zich niet laat tegenhouden door de conventie, zelfs niet door de eerste, waarschuwende ‘lawine’ van den dorpslaster.

 

Jan van As, die zoover ik weet met dit boekje debuteert, heeft zijn verhaal met zeer sobere middelen neergeschreven. Ik vind niet veel van werkelijke boerenpsychologie in zijn novelle, maar de verhouding tusschen de drie menschen, die op de bergboerderij bij elkaar wonen, is zuiver geteekend, terwijl de atmosfeer van het hooggebergte goed tot haar recht komt. Van As versmaadt het overbodige en dat is voor een debutant al heel veel. Men mag met belangstelling afwachten, hoe hij zich in de toekomst zal ontwikkelen.

M.t.B.