Twee romans van Anna van Gogh-Kaulbach.

Anna van Gogh-Kaulbach: Terwege & Zonen. (J Veen's Uitg. Mij N.V., Amsterdam, z.j.).
Anna van Gogh-Kaulbach: Schaduwkinderen. (A.W. Sijthoff's Uitg. Mij N.V., Leiden 1935).

De productiviteit van mevr. v. Gogh-Kaulbach is werkelijk ongelooflijk. Net heb ik haar laatste roman onder handen of een nieuw werk rolt alreeds mijn woning binnen. De trouwe lezers van mevr Van Gogh hebben dus niet te klagen.

 

Het plezierige in de boeken van mevr. Van Gogh - Kaulbach is altijd, dat zij haar lezers direct midden in het conflict plaatst, dat zij voor hen wil ontvouwen. Soms ziet men dan door dit begin direct ook de opzet, het verloop en daarna het slot van het boek, wat natuurlijk minder aardig is. Maar in elk geval behoeven wij niet te kampen met onnoodige en ophoudende beschrijvingen: de schrijfster geeft een echt ‘verhaal’, dat den eenen keer meer, de andere minder boeit. Daarnaast haalt zij echter om haar verhaal te vullen vaak ontzettend veel bijomstandigheden overhoop, die het hoofdverhaal eenerzijds aannemelijk maken, het anderzijds onnoodig verwarren.

 

Terwege & Zonen’ is zoo'n roman, waar ontzaglijk veel bijomstandigheden worden aangevoerd, waaruit de schrijfster toch een leesbaar geheel heeft samengesteld. Het is een echte familieroman met op den achtergrond de groote chocoladefabriek ‘Terwege & Zonen’, waarin de dochter van den ouden firmant haar plaats heeft gevonden. Haar echtgenoot, Henri Holenberg, moet ex officio ook aan het bedrijf deelnemen, al is hij meer kunstzinnig aangelegd en wel uit geheel ander hout gesneden dan zijn vrouw, die in hart en nieren een zakenvrouw is. Hierin schuilt dan ook de kern van het conflict tusschen de beide echtgenooten. Dit conflict wordt verscherpt doordat. ‘Mevrouw Everdina’ een verhouding heeft met een ingenieur uit haar fabriek, die door zijn hartstochtelijke, ietwat brute natuur de gereserveerdheid van den echtgenoot een tijdlang weet te verdringen. Everdina bezint zich nochtans en bemerkt, dat haar liefde voor Henri te groot is om een breuk te riskeeren. Uit deze ongeoorloofde verhouding wordt een kind geboren: hierdoor komt het huwelijksleven der hoofdpersonen op een keerpunt, waar het zich ten goede wendt. De kunstzinnige Henri trekt zich echter uit de fabriek terug, omdat hij vindt, dat hij daar niet past en zijn persoonlijkheid onder dat werk moet lijden. Hij gaat zich aan zijn oude liefde, het edelsmeden, wijden. Everdina en Henri leven zoo naast elkander voort, gebonden door de beide kinderen Cilly en Evert, waarvoor zij ook beiden een geheel verschillende plaats innemen. De schrijfster verhaalt ons al de lotgevallen van dit gezin. De zoon volgt, na een studie in Delft, zijn moeder op in de fabriek. We zijn aangeland in den modernen tijd, de vakbeweging gaat een grootere rol spelen, ook in de fabriek van ‘Terwege & Zonen’. Een conflict, waarmee een staking gepaard gaat, maakt een einde aan het leven van den jongen Evert en daarmee tegelijkertijd aan het boek.

 

Het gegeven in, ‘Schaduwkinderen’ is minder geloofwaardig. Het heeft als ondergrond het parallel-gaan van twee kinderlevens, die tegelijkertijd op een morgen in Februari te 5 uur 5 worden ingezet. In een proloog verduidelijkt de schrijfster haar beweegredenen voor dezen roman. Zo wijst op de mogelijkheid, die bestaat, dat lot en karakter van een mensch geschreven staan in de sterren en daardoor zouden worden bepaald. Twee menschen op hetzelfde tijdstip geboren zouden dus een zelfden aanleg moeten bezitten en voor hen zou een zelfde lot moeten zijn weggelegd. De hoofdpersonen Liesbeth Voorens en Nora de Borne aanschouwen op eenzelfde tijdstip het levenslicht. De schrijfster laat deze twee levens ongeveer parallel verloopen, ieder in haar eigen, geheel verschillend milieu. Liesbeth is een van de vier kinderen uit een verarmd arbeidersgezin, Nora eenigst kind van rijke ouders, die echter weinig om haar geven. Tweemaal laat mevr van Gogh deze beide levens kruisen; de eerste maal zijn het nog kleine kinderen, samen spelend in het park; den tweeden keer heeft de ontmoeting plaats in de volksbuurt, waar Liesje woont, bij een oploopje. Tot slot worden de beide levens weer verbonden door de persoon van de verpleegster Liesbeth, die bij den door van Nora bij een auto-ongeluk aanwezig is. Door de oogen van dit meisje wordt ze weer herinnerd aan de andere Liesbeth, waarvan ze eens peet was. Een heel wat minder reëele grondslag dus als de vorige roman, al is het motief in de sterren wel zeer gebruikelijk. Het arbeidersgezin is goed geteekend, het rijke gezin veel minder; het geheel zal vooral de lezeressen van mevrouw van Gogh-Kaulbach wel boelen.

M.t.B.