Huizinga en de soldaat

Thans een nadere toelichting

In den vierden druk van ‘In de Schaduwen van Morgen’, die slechts luttele dagen na den derden is gekomen, heeft prof. Huizinga de noot bij de passage ‘Eere aan den soldaat in het veld’, waarover ik verleden week iets schreef, laten vervallen en vervangen door een andere, die luidt als volgt:

 

‘Het blijkt mij noodig, deze uitspraak iets nader te motiveeren, daar zij door velen is misverstaan als een verheerlijking van den krijg, geheel tegenstrijdig aan de algemeene strekking van dit geschrift. Deze motiveering zal, ik weet het, niet gelden, eenerzijds voor den volstrekten verwerper van alle geweld, anderzijds voor den ontkenner der begrippen zonde en schuld. - De soldaat, zijn militaire bevelen gehoorzamende, vervult een plicht. Voor de daden, aldus verricht, treft hèm geen schuld. Hij lijdt oneindig meer dan hij handelt, en ook zijn handelen is voor hem lijden. Hij lijdt voor anderen, onverschillig den aard van het gestelde politieke doel. - Is het te veel gezegd, dat iemand, die uit plicht, zonder schuld, voor anderen lijdt, zijn hoogste ethische functies vervult?’

Hoewel dit commentaar m.i. niet hetzelfde inhoudt als de tekst (waarom is b.v. ‘de haat uitgeschakeld’, zooals in dien tekst staat?), waarom ontslaat (ev. machinale) plichtsvervulling van schuld? en waarom is de soldaat schuldeloozer dan de rest der menschen?, hij behoort toch ook tot degenen, die den oorlog practisch realiseerbaar maken (ook een veroverings- en aanvalsoorlog, zooals die in Abessenië!) en nieuwe discussie dus mogelijk zou zijn, lijkt het mij voor het oogenblik voldoende om (met enkele vraagteekens in de marge) toe te geven, dat Huizinga zijn bedoelingen met deze aanteekening belangrijk verduidelijkt heeft.

M.t.B.