Paula Wessely vereeuwigd

Een foto-album met een inleiding over haar leven en werken
Franz Horch, Paula Wessely, Weg einer Wienerin. (Wilhelm Frick Verlag, Weenen 1937).

PAULA WESSELY, de bekende tooneel- en filmspeelster, heeft een merkwaardig snelle carrière gemaakt, waarvan men de psychologische oorzaken gedeeltelijk in haar talent, gedeeltelijk in den smaak van het publiek moet zoeken. De tijd van haar Europeesche vermaardheid valt samen met de reactie op de gecompliceerdheid (volgens tante Betje en Herr Piefke de ‘ontaarding’) in de kunst, die men ten onrechte als een herleving van den eenvoud zou kenschetsen. Het is niet de eenvoud, die in de kunst herleeft, maar de romantiek van het eenvoudige; dat is iets anders, iets essentieels anders. Het groote publiek heeft zich tegoed gedaan aan het ‘abnormale’, omdat het daarin het interessante zag; het wil nu dat ‘abnormale’ weer vergeten en in het ‘normale’ het interessante zien, en het verwerpt daarom met den grootsten ijver datgene, waarvoor het eenige jaren geleden nog snobistisch in adoratie verzonk. Zoo verwerpt men in dameskringen de korte rokken, nu de lange weer in de mode zijn gekomen.

Paula Wessely heeft van dezen koers geprofiteerd, want zij is de incarnatie van de romantiek van het eenvoudige. Zij staat den toeschouwer toe, het fin de siècleraffinement van een Bergner en de fatale dames, door Marlene Dietrich gecreëerd, spoorslags te vergeten; zij is bijna zoo beroemd als Shirley Temple, maar met heel wat meer recht. Immers: Paula Wessely moge van de artistieke beursnoteeringen geprofiteerd hebben, zij is zeker een kunstenares van beteekenis en heeft haar vermogen aan roem niet met pure speculatie verdiend. Wat zij als filmspeelster weet te suggereeren, is geen kitsch, omdat haar eenvoud niet met gelei wordt opgediend Wat zij op het tooneel presteert, kan ik niet beoordeelen, aangezien de eenigen tijd geleden aangekondigde tournee door Nederland niet is doorgegaan. Maar afgaand op haar filmwerk mag men wel zeggen, dat zich hier een werkelijk talent manifesteert, wat eenzijdig ongetwijfeld, en misschien ook wel voorbestemd om eenzijdig te blijven, maar daardoor ook op een bepaalde manier overtuigend. Dat zij een beetje loenscht is niet in haar nadeel.

Het boek, dat Franz Horch aan Paula Wessely gewijd heeft, is uiteraard meer een bewonderende introductie voor een aantal zeer fraaie fotografieën dan een critische studie. Wij vernemen, dat Paula Wessely uit degelijke burgerfamilie stamt (haar vader was slager en alleen haar tante, Josephine Wessely, heeft voor haar lauweren geplukt op het tooneel), dat zij op school bijzonder goed kon leeren, en wij krijgen voorts een uitgebreid overzicht van haar carrière. Thans is Paula Wessely bovendien mevrouw Attila Hörbiger, en de laatste bladzijde van het foto-album toont haar met een aardige baby. Ook dit past bij de romantiek van den eenvoud, waaraan het publiek gaarne de voorstelling verbindt van een particulier stralend geluk.

Echter: de 155 afbeeldingen geven meer dan alleen dit privé-geluk. De bekende rollen van de actrice vindt men er vrijwel volledig vereeuwigd, en de loopbaan van Paula Wessely spreekt hieruit veel levendiger dan uit den ietwat zoetelijken tekst. Hoewel natuurlijk de filmrollen niet overgeslagen zijn, is belangrijk tooneelwerk (b.v. Gretchen in ‘Faust’) hoofdzaak gebleven.

M.t.B.