Van de leestafel

Van de Kitschtafel

J.A. van der Made, Tweehonderd Gulden voor Darja Wiedinskaja. (Van Holkema en Warendorf, Amsterdam, 1937).
Max Kijzer, De Verborgen Dissonant. (A.W. Bruna. Utrecht, 1937).

Als men even bedenkt, dat er in Nederland auteurs zijn van beteekenis (ik zal geen namen noemen), die hun werk niet of met moeite uitgegegeven kunnen krijgen, omdat de uitgevers er geen commercieel object in zien, dan wrijft men toch zijn oogen nog even uit bij het aanschouwen van werken, die blijkbaar wel gedrukt en verkocht kunnen worden. Zoo is b.v. de auteur J.A. van der Made iemand, waaraan niemand iets gemist zou hebben, als hij voortgegaan was in het verborgene te bloeien. Hij is een kitsch-auteur van de meesterlijke soort, die zich bezig houdt met alle gegevens, die voor kitsch als geknipt zijn, zooals b.v.: de prostituée met een betere ziel, de romantische zeeman, de zangeres van het verbeten levenslied etc. etc. Men zou er een verrukkelijke slechte film van kunnen maken, met Charles Boyer als zeeman en Greta Garbo als Darja Wiedinskaja; misschien is de bedoeling van den schrijver trouwens de verfilming; en in dat geval is hij misschien wel een aankomend talent. Voor de literatuur echter lijkt J.A. van der Made mij geen aanwinst, tenzij als gemoderniseerd opvolger van Courths Mahler. Men voelt het: dit geheele verhaal moet door groote acteurs gespeeld worden, wil het ons den adem benemen. Nu, in den nuchteren druk, werkt het hoofdzakelijk op den lachlust, vooral door zijn quasi-mystiek en quasi-diepte.

Dirk Coster heeft er, volgens den omslag, heel anders over gedacht; het zij hier vanwege de onpartijdigheid even vermeld.

‘Hier is dan eindelijk weer eens een nieuw talent,’ zegt hij, ‘een man, die iets heeft te zeggen. Schijnbaar beschrijft hij een overbekend gebied: de zelfkant des levens, “verloren vrouwen”, passagierende zeelieden, enz. Maar hij doet het anders dan anders. Zwoele beschrijvingen, epische vechtpartijen in matrozenkroegen behoeft men bij hem niet te zoeken. Wij zijn hier mijlenver van elk gemakkelijk naturalisme. Want het is dezen jongen schrijver enkel te doen om wat deze menschenlevens aan vreemden droom en waardigheid in hun verworpen levens bewaard hebben. En dat blijkt veel. Zóóveel, dat het ons het woord naar de lippen brengt van Verhaeren: Admirezvous les uns les autres. Daarom hoop ik, dat geen verkeerde preutschheid het Nederlandsche publiek van dit nieuwe werk zal afschrikken. Dit boek van “vrouwen en zeelui” is een boek van verlangen en geluk en lijden, als alle werkelijk goede boeken zijn.’’

Men moet nu zelf maar uitmaken, wie gelijk heeft. Dirk Coster of ik. Het woord van Verhaeren komt misschien ook anderen naar de lippen.

* * *

J.A. van der Made is echter een meester, vergeleken bij Max Kijzer, die nog steeds voortgaat te schrijven en uitgegeven te worden. Den vorigen roman van dezen auteur karakteriseerde een criticus als te behooren tot het genre ‘prullen voor prollen’; maar voor dezen nieuwen roman. ‘De Verborgen Dissonant’, is zulk een qualificatie zeker te zwak. De heer Kijzer is geen geval meer voor de literaire critiek, maar zijn vuilschrijverij valt onder geheel andere competentie. Omdat het vuilschrijven hier kennelijk als een roeping van verheven aard wordt gezien, blijkens hoog-literaire intermezzi, en Max Kijzer dus geen pornograaf is, maar een vuilschrijvend idealist, treft hier alle schuld den uitgever, die dit werk ter publicatie accepteerde; hij had moeten zien, dat men zooiets niet uitgeven kan, zonder zich belachelijk te maken, hij had Max Kijzer den dienst moeten bewijzen, dien deze zichzelf niet bewijzen kon, n.l. het boek weigeren. Wat hier gedrukt staat, is ongelooflijk, niet zoozeer door zijn inhoud als wel door zijn vorm, zijn woordenkeuze; het is een tragisch voorbeeld van een boek, dat door woorden de auteur een bevrediging tracht te verschaffen, die hij langs den gewonen weg niet vinden kan. De zieligheid van een en ander is zoo manifest, dat men over de literaire waarde niet verder behoeft te spreken; des te zonderlinger, dat de uitgever, blijkbaar speculeerende op zekere instincten, zich niet gecompromitteerd voelt door dit nummer in zijn fonds.

M.t.B.