De meening van een der vertalers
Naar aanleiding van de inbeslagneming van Rauschnings boek, hebben wij de meening gevraagd van een der vertalers, dr Menno ter Braak, die voor de Nederlandsche uitgave ook een inleiding schreef.
Dr Ter Braak zeide ons, dat hij zich thans over den juridischen kant van het geval niet wilde uitlaten, aangezien de motiveering nog allerminst duidelijk is; hetgeen o.a. wel blijkt uit het feit, dat hier en daar ook exemplaren van het boek in vreemde talen in beslag werden genomen, terwijl officieel verluidt, dat alleen de Nederlandsche editie wordt getroffen. ‘Veel systeem is in dit alles niet te ontdekken,’ aldus de heer Ter Braak.
‘De Engelsche, Fransche en Duitsche uitgaven worden hier al geruimen tijd verkocht en tot dusverre scheen daardoor ons staatsbestel nog niet te kraken. Een boek als de Hitlerbiographie van Konrad Heiden, waarin veel ‘erger’ dingen voorkomen dan in het werk van Rauschning, wat betreft den persoon van den heer A. Hitler, is hier al jaren lang in het origineel en in vertaling verkrijgbaar. De haast, waarmee het beslag op de Nederlandsche vertaling van de ‘Gespräche mit Hitler’ is voltrokken, zal dus een ieder ontroeren, die een symbolisch gebaar op het symbolische moment weet te waardeeren. Er wordt voor ons gezorgd, het zal van ons land niet gezegd kunnen worden, dat wij dingen lezen, die voor de rust van neutrale zielen niet goed zijn.
Eén hoofdstuk was weggelaten.
‘De Nederlandsche uitgave is inderdaad een “editio castigata”. Mijn medewerker en ik lieten een hoofdstuk weg, waarin over het privéleven van den heer Hitler wordt gehandeld, omdat dit gemist kan worden in een ook zonder dat hoofdstuk zeer belangrijk werk, dat later stellig vergeleken zal worden met het “Mémorial de Sainte Hélène” en de “Tischreden”. Ik heb voor alles het belang van dit boek als cultuurhistorisch document en als analyse van de dictatorspsyche op het oog gehad, toen ik de vertaling ondernam, en dit blijkt duidelijk genoeg uit mijn inleidende beschouwing. De auteur is bovendien voor een man in zijn positie verrassend vrij van ressentimentsgevoelens; hij ziet zijn object niet uitsluitend politiek, maar wordt minstens even sterk geboeid door de psychologie van het raadselachtige wezen, waarmee hij geregeld in contact kwam. Het theoretische boek van Rauschning, “De Nihilistische Revolutie”, dat aan dit boek voorafging, is gebaseerd op de ervaringen, die in deze “eigen woorden” een meer persoonlijken vorm hebben aangenomen; dat is reeds een “inwendig criterium” voor de objectiviteit van den schrijver. Maar ik vermoed, dat men het boek niet zoozeer om zijn qualiteiten verboden heeft. Waarom wel? Laten wij spreken over een beleefdheid van onzen kant, die wel een tegenbeleefdheid waard is. Zulke beleefdheden lijken mij symptomatisch voor een opvatting van neutraliteit die ik niet deel’.
* * *
Naar wij vernemen heeft de politie te 's-Gravenhage gisteren bij alle boekhandelaren in totaal 200 exemplaren van het boek in beslag genomen. Aanvankelijk waren op last van de justitie ook de buitenlandsche exemplaren in beslag genomen, doch deze zijn later weer door de politie aan de boekhandelaren terugbezorgd.