Menno ter Braak
aan
van Loghum Slaterus' Uitgeversmaatschappij N.V. (Arnhem)

Rotterdam, 28 januari 1930

Rotterdam, 28 Jan. 1930

N. Binnenweg 131b

N.V.VAN LOGHEM SLATERUS'UITGEVERSMIJ.

Zeer geachte Heer van Tricht

Hierbij het reisex. Terug, waarmee ik mij geheel kan vereenigen. Persoonlijk zou ik misschien een iets gedekter kleur voor den band prefereeren (als ‘Hinne Rode’ b.v.), maar ik laat het verder gaarne aan U over. Heeft U al resultaat met het omslag?

Nu ik Uw brief herlees, zie ik plotseling, dat U voor de publicatie in De Stem het Carn. der Dichters heeft uitgezocht. Ik sloeg het Carn. der Geloovigen voor. Was er eenige reden dit voorstel te wijzigen? Ik heb er geen bezwaar tegen, maar zou gaarne de reden weten. Hierbij ook het inleidinkje, dat zoo wel voldoende zal zijn.

Mijn critiek op ‘Hinne Rode’ kan ik moeilijk verzachten <het gaat m.i. toch niet om v.G.S.'s ‘bedoelingen’, zooals U schrijft, maar om de wijze, waarop hij zijn bedoelingen uitwerkt. De bedoeling begrijp en waardeer ik, de wijze waarop niet!>, daar ik het boek grondig las en juist speciaal met ‘Kleine Inez’ vergeleek. De uitdrukking ‘afgestorven’ zal ik om de door U genoemde reden wijzigen.

m.v.gr., hoogachtend

Uw dv.

Menno ter Braak

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie