J.C. Opstelten
aan
Menno ter Braak

13 mei 1939

Waarde Ter Braak

Even wil ik je mijn grooten spijt betuigen over twee dingen, ten eerste over het feit dat je je genoodzaakt hebt gezien ontslag in te dienen bij het Vaderland; weliswaar was ik geen abonné, maar het Zondagochtendblad kreeg ik geregeld van mijn zwager en wel in hoofdzaak om de artikelen, die daar in gaan ontbreken. Verder - en dat gaat mij nog meer aan - hoorde ik van Hoving, dat een kans je als collega te krijgen, helaas afstuitte op de absolute onwil van den wethouder. Dit zijn dan de egoïste redenen van mijn spijt. Overigens begrijp ik, dat je wellicht een moeilijke tijd wacht, waardoor je ongetwijfeld wel in een nieuwe werkkring, die je lijkt, zult belanden. Van meer dan één heb ik gehoord dat zij wilden bedanken voor het Vaderland; ik heb hun gezegd: doe het dan dadelijk, misschien kan er dan nog op worden teruggekomen. Maar ik weet dat natuurlijk niet. je hebt aan dit briefje niet veel, dat weet ik heel goed; maar het hinderde mij toch ook geheel te blijven zwijgen. Met mijn besten wenschen

J. Opstelten

Origineel: Den Haag, Literatuurmuseum (Ter Braak- Vaderland ontslag). Brief.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie