249. E. du Perron aan M. ter Braak
Bellevue, Vrijdag. [4 November 1932]
Beste Menno, Na je vertrek kregen we Bob hier; hij is nog wel niet bij ons gelogeerd, maar hij komt. Verder, gisteravond, Van Uytvanck. Wanneer ik weer tot werken kom, weet ik niet! - Forum kwam ook; een boeiend en gevarieerd nummer, ofschoon ik bezwaren blijf houden tegen die kwistigheid met novellen. Je stukje over de kunst des kleermakers, en vooral ‘het Absolute Pak’ daarin is alleraardigst; we lazen ook met groot genoegen het Palet over, ofschoon wij beiden dit stuk ‘ongelijk’ vinden. Het beste eruit, dunkt me, kan uitstekend in je Ingebeelde Zieke; als ensemble is het toch te lang. Verzen van Elsschot vielen bij herlezing erg mee. Zend je me wat Vic erover schrijft? Ik zond je gisteren nog de laatste Uren (gecorrigeerd). Hoe was de fuif? heeft Wim ons telegram nog op tijd gekregen? Wil je Truida bedanken voor haar gelukwenschen, in afwachting van mijn briefje, dat in de maak is. Heb je nu Texts and Pretexts van Huxley? het zal je erg interesseeren! (vooral de inleiding). [...] - Krijg ik gauw volledige proef van Coster? Wat werd er besloten?
Hart. Gr. van ons 2; je E.