Henrik Scholte:
Onze geloofsbrieven

Ook wij zijn leeken.

Enkele sympathieke stoutmoedigheden in het amusementsprogramma der bioskopen en een stuk of wat schuchtere pogingen in besloten kring hebben ons bij elkaar gebracht. Wij zijn een organisatie uit het bioskooppubliek, die de exploitatie van de autonome film zelf ter hand neemt, totdat een avantgarde-theater hier evenals in Parijs, New-York, Londen en sinds kort ook in Brussel rendabel zal zijn. Dan zijn wij overbodig en zitten weer in de zaal.

Wij werken coöperatief, niet commerciëel. Onze contributie beteekent een dozijn malen een zekere, laaggehouden entrée-prijs, de waarde van ons programma wordt mede bepaald door den prijs, dien wij er voor beschikbaar kunnen stellen. Dus in laatste instantie door U.

Tegenover de film als experiment staan wij toegeeflijk. Onze programma's kunnen niet louter meesterwerken of gave resultaten bevatten en Gij zult wel eens ontevreden en in heftig dispuut met U zelf of Uw vrienden naar huis wandelen. Als wij U dan maar aan het denken gebracht hebben en zoodoende voor de film van morgen kweeken een zelfstandig, critisch, intelligent publiek.

Tegenover de bioskoop als bedrijf staan wij niet vijandig. Het bedrijf zit vast aan den vloek van zijn oorsprong: het amusement, bepaald door de laagst-algemeene grens van de publieke smaak. Wij demarreeren uit het hoofdpeloton, opdat het ons zal inhalen. Ons werk zal het bedrijf ten goede komen.

Tegenover de overheid staan wij neutraal. Wij betreuren het, dat zij het particulier initiatief in onze richting steeds meer bemoeilijkt. Maar wij wenschen nog eens vast te stellen, dat wij in geen geval zijn een organisatie ter vertooning van speciaal ontoelaatbare films. Voor ons geldt alleen: de film.

Tegen den Schund in films achten wij elk wapen geoorloofd.

De organisatie

Sinds de oprichting der Nederlandsche Filmliga zijn wij landelijk georganiseerd. Een nieuwe afdeeling is welkom, maar door de hooge onkosten - omgeslagen volgens een vast te stellen verhoudingscijfer der leden-aantallen - komen organisaties beneden een basis van ongeveer 200 leden niet in aanmerking. Een afdeeling is geheel onafhankelijk in zijn finantiëele gestie en zijn werkprogramma, maar het film-programma wordt door de Amsterdamsche centrale uitgezocht en in circulatie gebracht. Voor het technisch verloop kiest elke afdeeling zijn adviseur uit het bioskoopbedrijf. Voorzitter en Secretaris eener

[p. 36]

[2]

 

afdeeling zijn automatisch lid van het Hoofdbestuur der Nederlandsche Filmliga, dat gepraesideerd wordt door den Voorzitter en Secretaris (tevens Penningmeester) van Amsterdam, terwijl zij beiden, met de algemeen technische leiders, het Dagelijksch Bestuur vertegenwoordigen. Te Amsterdam heeft de Nederlandsche Filmliga tevens zijn juridisch adviseur en muziekadviseurs, zijn inlichtingenbureau, archief en bibliotheek.

illustratie

Op de Statuten der Nederlandsche Filmliga is koninklijke bewilliging aangevraagd.

Het orgaan, waarvan wij U hier het eerste nummer voorleggen, wordt niet door de Liga zelf geëxploiteerd. Waar wij echter ter bepaling en versterking van onze positie tegenover de film, haar verdedigers en haar aanvallers, een orgaan voor zelfstandige filmkunst noodig hebben, dat tevens als officiëel orgaan de Liga ter beschikking staat, verwachten wij van U niet anders dan dat Gij U zult abonneeren. Wanneer na dit eerste nummer een bepaald aantal abonné's niet bijeen is, wordt de uitgave terstond gestaakt. Wordt zij dank zij Uw hulp voortgezet, dan kunnen wij U behalve voor elke matinée een uitvoerig programma ook geven een onafhankelijk tijdschrift ter verspreiding van idealen en resultaten van de film als kunst.

De toekomst

In het monsterhuwelijk van celluloïd en dollar is het kind de film te vondeling gelegd. Laten wij bij elkaar komen voor het duistere portiekje, waar het nog ligt en laten wij het mee opvoeden. Als over jaren de film een kunst is, los van haar onzedelijke afstamming, vrij van vooroordeelen en sterk in haar bestaan, laat dan ook Amsterdam vooraan gevochten hebben met de jeugd van die paar steden, waar het geloof aan de film reeds in daden wordt omgezet.

Wij hebben een kans. Onze kring is niet klein, de sympathie daarbinnen en daaromheen is krachtig, wij zijn niet ontevreden. Ons eerste programma bevat reeds wat wij met een dik woord kunnen noemen: een wereld-première. Wij kunnen beginnen. Houdt het levend en zorgt dat wij in de groote film van de film niet ondergaan als een tusschentitel, maar een goed gespeelde scène worden in de eerste acte!