J. Raismann: Gevangenis
In dit programma geven wij een merkwaardige tegenstelling: den doodelijken ernst van den Rus Raismann, de cerebrale scherts van Man Ray. Dat zij er toe bijdrage, dat beider verschil de uiteenloopende mogelijkheden eener zelfstandige filmkunst nog eens scherp accentueere!
Raismann is één der jongste russische cineasten, die zich zeer beslist vijandig stelt tegenover de Kitsch. Van zijn werk is in Nederland nog niets geintroduceerd; ‘Gevangenis’ is zijn eerste film, die ons bekend is geworden. Stellig moet Raismann tot de school van Poedowkin worden gerekend, al volgt hij hem geenszins slaafs na. Natuurlijk heeft Poedowkin's feillooze montage niet nagelaten in Rusland grooten indruk te maken; zoo is het
MAN RAY:
ETOILE DE MER
geen wonder, dat Raismann's wijze van componeeren er de sporen van draagt. Maar er is een opmerkelijk verschil in mentaliteit. De grondslag van ‘Gevangenis’ doetsoms denken aan Eisenstein, wiens werk men eigenlijk als meer representatief voor de zuiver-russische filmkunst moet beschouwen, dan dat van den universeelen Poedowkin. Zooals Eisenstein, in ‘Staking’, maar ook nog in ‘Potemkin’, bijvoorkeur verwijlt bij de chaotische horizontale veelheid, zoo heeft ook Raismann een duidelijke liefde voor het breede plan, waarin de verticale ontwikkeling op den achtergrond geraakt. Voor europeesche begrippen misschien een nadeel: maar een nadeel, dat een uiterst veelzijdige ontplooiing van het beschrijvend talent der Russen meebrengt.
Er gebeurt niet veel in ‘Gevangenis’. Er komt een nieuwe commandant in een Siberisch ver-
bannlngsoord, omdat de oude te veel geacclimatiseerd is indemenschelijkheid der gevangenen. Een wonderlijk hysterisch heer, deze Scharfsky, de centrale figuur van deze film, en weer een van die verrassingen, die iedere Rus van beteekenis in zijn mars heeft; weer geheel anders dan Bataloff, de heros uit ‘De Moeder’ en ‘Bed en Sofa’, maar een even persoonlijke figuur. Zijn sluipende, in plotselinge extase uitbarstende wreedheid maakt de lucht ondragelijk; tot de revolutie zijn opgeschroefd bestaan wegvaagt en de oude wereld verstart; Raismann eindigt met dezen origineelen zet, een werkelijke photographische verstarring der oude wereld!
Tusschenbeide is deze film, als alle russische, pathetisch en propagandistisch, maar zonder een zweem van sentimentaliteit. De eenige vrouw, die langer dan een oogenblik optreedt, is een onappetijtelijke schoonmaakster; de geheele sfeer blijft koel en mannelijk, ook van opvatting.
Dit werk verdient bewondering alleen al om de consequentie, waarmee iedere concessie aan den publieken smaak wordt afgewezen. Nergens wordt het publiek gestreeld; Raismann stelt het voor cinegraphische feiten, voor een koude, eentonige gemeenschap van uitgeworpenen, die slechts in het snelle einde even wordt verlicht door een nieuwe vreugde.
Een aanwinst voor onze nog altijd zoo onvolledige kennis van de russische film. Wij leerden van de drie belangrijkste figuren, die Moussinac noemt: Eisenstein, Poedowkin en Wertoff, de twee eersten min of meer kennen, terwijl de laatste nog in ondoorgrondelijk duister verborgen is. Het werk van Raismann geeft echter een kijk op de interessante school der jongeren, die het exempel der meesters op hùn wijze verwerken.
Man Ray: Étoile de Mer
Naast Raismann's propagandistische strengheid treft het surrealistische ciné-poème van den parijschen Amerikaan Man Ray, wiens ‘Emak Bakia’ wij in het vorig seizoen vertoonden, als een gewaagde dans op den grens der intellectueele verstaanbaarheid. In een kroniek over de parijsche filmtheaters schreven wij reeds over deze film: ‘Hoe men ook over Man Ray moge denken, zijn vormgeving is altijd belangrijk, juist omdat hij den inhoud tot een twijfelachtig en dubbelzinnig product maakt. Men zou het zich een eer rekenen, door dezen man voor gek te worden gehouden’. Inderdaad is één der redenen, waarom men Man Ray o.a. in Haarlem het vorig jaar voor gek verklaarde, wel deze, dat men zijn filmtechniek aanvoelt als een geheel zelfstandig uitdrukkingsmiddel, dat alle Iltteratuur over boord werpt. Deze koele fantast veracht de logica van den litterairen gedachtengang; hij laat de beeldenreeksen geheel voor zichzelf spreken en kent hun effect in de puntjes.
Het is onnoodig de ‘geschiedenis’ van ‘Étoile de Mer’ te resumeeren, omdat voor deze film richting de geschiedenis alleen terzake doet in een onderbewusten samenhang, die men onder het zien van het werk zèlf moet ondergaan. Gebruikt men den naam ‘surréalisme’, dan zal men hebben op te merken, dat Man Ray zich tegenover deze strooming toch geheel onders verhoudt dan Germaine Dulac. (De surrealisten hebben de Coquille dan ook uitgefloten). Als motief diende den filmdichter een gedicht van Robert Desnos, dat hij visueel heeft omgezet.
Vaardige blague? Filmische poésie pure? Hoe het ook zij, ongetwijfeld een uiting, die de persoonlijkheid van Man Ray, na ‘Emak Bakia’, als die van een glimlachend en geraffineerd scepticus blootlegt. De correspondent van De Telegraaf schrijft naar aanleiding van de vertooning in de Studio des Ursulines:
‘In de film van Man Ray: “De Zeester” op een surrealistisch gedicht van Robert Desnos schuilt tenminste fantasie. Tracht niet te begrijpen: onderga! Het gedicht hangt als los zand aan elkaar. Men begrijpt, hoe hij muzikaal van “étoile de mer” op “étoile de chair” en “étoile de verre” komt, doch in het Hollandsch vertaald klopt er niets meer. Een criticus loofde deze film als: “Persoonlijke aaneenschakeling van beelden - Een onderbewustzijn, dat het onze niet is. - Hij wantrouwt onzen droom. - Hij verplicht ons den zijne aan te nemen”. Maar droom nu maar eens den droom van een ander. Toch vatten wij in de vervaagde, verrassende beelden soms een zin: even brooze als onbetrouwbare vrouw, voorwerp onzer droomen en die telkens in de armen van een ander ontglipt. Wij hebben ons tenminste niet verveeld.’
Fotografisch is Man Ray zeker een der verfijndste talenten van Europa. In ‘Étoile de Mer’ maakt hij b.v. een verrassend gebruik van zeer geslaagde beeldvervagingen waarmee hij een curieus effect van onwerkelijkheid weet te bereiken.
Men onderga....
M.t.B.