[p. 633]

140 Pond

 
Ik ben Van Hattum en ik weet,
 
dat honderdveertig pond zo heet,
 
maar dat de naam direct vervalt,
 
als het Leven wijkt uit de Gestalt.
 
 
 
Dan ligt, onder de naam van lijk,
 
die honderdveertig pond te kijk;
 
Gij zijt bij 't défile misschien:
 
alleen ik zelf zal het niet zien.
 
 
 
Da's vreemd: ik zie, wat Gij niet ziet;
 
wat Gij dan ziet, zie ik weer niet:
 
enfin, de honderdveertig pond
 
is nog springlevend en gezond.
 
 
 
- En ik geniet graag 's Levens gunst
 
én om mij zelf én om de kunst -
 
 
 
hoe meer ik drink, hoe meer ik eet,
 
hoe meer gewicht Van Hattum heet.

J. van Hattum