[p. 1106]
Uitverkoop
Mijn dagen wegen zwaar van vele kleine
vreugden,
die met hun stilte soms het leven draaglijk
maken.
Het vele leed verbleekt dat mij van ver nog
heugde.
Ik ben geharnast nu en moeilijk te genaken.
De schimmen van 't verleden moedig af te maken
was mij reeds lang onuitgesproken drift en
wensch.
'k Veracht met gloed de vroede lieden die mij
laken
om wat ik heb misdreven als gemarteld mensch
Eerst nu begint voor mij het leven zin te
krijgen,
na 't ruw verwijderen van al wat kleven bleef
aan ziel en hart. Wie wil mijn smart? Zij is te
geef.
Ik wil tot snoer mijn dagen zoo de paarlen
rijgen.
M. de Doncker