A. Fenner Brockway
England's next Labour government
A. Fenner Brockway is de politieke secretaris van de Independent Labour Party, de belangrijkste der vier kleinere organisaties, die tezamen met de vak-organisaties de Labour Party vormen. De I.L.P. werd in 1893 gesticht. Zeven jaar later legde zij den grondslag der Labour Party, waardoor de liberale Trade-Union beweging tot een socialistische arbeidersbeweging gemaakt werd. Er gaan in den laatsten tijd stemmen op, vooral nu, sinds 1918, ook individueele leden tot de Labour Party kunnen toetreden, de partij te liquideeren. Deze beschouwt echter geenszins haar taak als geëindigd en heeft in den laatsten tijd haar vroegere positie, een socialistische pionier-organisatie te zijn, weer heroverd.
Aan den anderen kant is onder leiding van den tegenwoordigen voorzitter der I.L.P. Maxton en den radicalen mijnwerkersleider Cook een
beweging aan den gang, voor een socialist revival: een poging tot radicaliseering der arbeidersbeweging, die zich eenerzijds keert tegen het politieke reformisme en de klassenharmonie op economisch gebied (‘Mondisme’), anderzijds tegen de gewelds-suggestie en het gewelds-utopisme der communisten.
De politieke invloed der I.L.P. in de engelsche arbeidersbeweging is zeer groot. Ze beschikt over 6 weekbladen en 3 maandbladen en iedere week worden door haar niet minder dan 600 openbare vergaderingen gehouden. Ze telt slechts 30.000 leden, maar van de 159 vertegenwoordigers der L.P. in het parlement behooren er 113 tot de I.L.P. Haar socialistisch programma kan samengevat worden in de leuze: ‘Socialism in our time’, hetgeen wil zeggen, dat in den tegenwoordigen tijd de grondslagen voor het socialisme door de arbeidersbeweging kunnen en moeten worden gelegd. Als geen politieke partij op het continent legt zij den nadruk voor den socialistischen opbouw op de constructieve beteekenis van vakbeweging en coöperatie. Zij draagt dan ook niet het geprononceerd staats-socialistische karakter, dat het kenmerk is van alle sociaaldemocratische en communistische partijen. Reeds bij de stichting der I.L.P. verklaarde Keir Hardie, dat het doel der I.L.P. was: ‘de aandacht der arbeiders af te leiden van hervormingen in de politieke lichamen, hoe belangrijk deze ook mogen zijn, en hun geheele energie te concentreeren op dit ééne probleem, hoe de arbeidende groepen der gemeenschap het kapitaal en het land weer in hun bezit kunnen krijgen’.
Haar koloniaal program bestaat in den eisch van onmiddellijk zelfbestuur voor de onderdrukte volken. Ten aanzien van het militairisme eischt zij ook van een eventueele arbeidersregeering het voorstel aan andere regeeringen tot onmiddellijke en totale ontwapening. Zij wekt de arbeidersklasse op, om samen met de coöperatieve en vakvereenigings-Internationales de actieve oorlogsverhindering voor te bereiden. Tijdens den oorlog bleef de I.L.P. het socialisme en het internationalisme trouw. Reeds voor den oorlog was ze met de fransche partij de eenige, die in de IIde Internationale voorstellen deed, om het uitbreken van een oorlog met algemeen staking te beantwoorden.
Fenner Brockway was 24 maanden wegens dienstweigering in de gevangenis, omdat hij ook het compromis van burgerlijken dienstplicht had afgewezen. Hij behoorde tot de oprichters van de No-Conscription Fellowship, die nog vóór de invoering van den dienstplicht in Engeland georganiseerd werd en een groote propaganda ontvouwde. Meer dan 16000 weigerden tijdens den wereldoorlog den dienst.
Fenner Brockway is in 1889 in Calcutta geboren. Hij ontving zijn opleiding in Londen en werd oorspronkelijk journalist. Op zijn 19de jaar sloot hij zich aan bij de I.L.P. en specialiseerde zich in het bijzonder in internationale politiek. Hij reisde veel in Europa en Indië en was o.a. secretaris van de Britsche Commissie van het Indische Nationale Congres en redacteur van ‘India’. Reeds voor den oorlog maakte hij, in navolging van den stichter der I.L.P., Keir Hardie († 1918) op het dreigende oorlogsgevaar opmerkzaam en trachtte de arbeidersbeweging tot een anti-oorlogsactie te brengen. Na zijn gevangenistijd publiceerde hij met Stephen Hobhouse een belangrijk boek over het gevangeniswezen: English prisons today, dat er toe heeft bijgedragen, dat tal van misstanden uit den weg zijn geruimd. Zooeven is opnieuw een boek van hem over het strafsysteem: A new way with crime, (Williams & Norgate) verschenen, waarin hij zich tegen het strafsysteem als zoodanig keert.
Sinds 1926 is hij Brailsford opgevolgd als redacteur van het officieele weekblad der I.L.P.: ‘The New Leader’. Hij vertegenwoordigt de I.L.P. in de IIe Internationale en is lid van het bestuur der engelsche radicaal-pacifistische organisatie, de No More War Movement en voorzitter van de Internationale der Krijgsdiensttegenstanders (War Resisters International). Hij is candidaat voor de a.s. verkiezineen.
Zooals uit onderstaand artikel blijkt, verwacht ook Fenner Brockway, in geval de arbeiderspartij aan de regeering komt, noch in economisch, noch in politiek, noch in militair opzicht een socialistische oplossing der verschillende problemen. Deze tweede Labour-regeering zal dus waarschijnlijk een herhaling der Mac Donald-regeering zijn en dus in wezen niets anders dan een liberale voortzetting der kapitalistische politiek. Zooals de conservatieve regeering Mac Donald kon opvolgen, zonder dat diens bewind de grondvesten van het Britsche Imperium ook maar eenigszins had geschokt, zal Baldwin nu weer door een Labour-regeering worden afgelost...
Fenner Brockway's opvatting en die der I.L.P. is deze, dat het doelmatiger is een regeering te vormen, die niet op een parlementaire meerderheid steunt, en die dan ook bij een anti-kapitalistische en anti-imperialistische politiek niet lang aan het bewind zal blijven. De ernst van een daadwerkelijk socialisme en het verschil met de oude partijen zal dan echter zoo duidelijk worden bewezen, dat, naar men hoopt, Labour bij de daarop volgende verkiezingen met een groote meerderheid terug zal komen, die het doorvoeren van een consequent socialistisch program mogelijk zal maken.
A.M.L.
Political prophecy is always dangerous, and it is particularly so in the case of the forth-coming British Elections because the electorate has been heavily extended by the inclusion of women on the same terms as men. Prior to this election, women under 30 years of age have been excluded from the franchise, but they are now to vote on the same terms as men. All adults are to be on the electoral role after three month's residence in any locality.
I think it can be assumed, however, that the new women's vote will make little difference. If anything, it should add to the Labour poll, because youth is more inclined to break from the old parties. Certainly in the industrial districts the young women, like the young men, will vote in a large majority for Labour. The young women of the upper classes will vote Tory; the Liberal Party will probably gain least from the new votes. The only circle which is likely to contribute Liberal votes is that attached to the non-conformist churches, a decreasing power.
Judging from the results of the bye-elections, I think it is fairly certain that the Labour Party will be the largest of the three parties. It may possibly obtain a majority, because in an election contest the tendency is for a general sweep in one extreme direction or the other. The likelihood, however, is that the Liberal Party will have the balance of power. Somewhat hesitatingly I give the following estimate of the strength of the parties af ter the election: -
Labour 280. Conservative 265. Liberal 70.
Under these conditions, the Conservative Government would almost certainly be defeated in an early division of importance and would then resign. The problem of who will take office will then arise. In the somewhat similar conditions in 1923, the Labour Party took office without any understanding with the Liberals, but the Liberals have now indicated that they will not be prepared to support a Labour Government without a definite understanding regarding its programme.
On the other hand, the feeling against an agreement with the Liberals is so strong within the British Labour Movement that it will be very difficult for a Labour Government to enter into an open alliance. It is probable that the Labour Government will outline a policy which the Liberals will consider satisfactory and that they will accept it without any formal agreement; but even then the likelihood is that an occasion will arise before long, as in 1924, when the Liberals will feel impelled to vote with the Tories, and thus bring about the defeat of the Labour Government.
A second early election is therefore likely, in which there would be a fierce struggle between the two dominant parties - the Conservatives and Labour. In that struggle the Liberals will probably disappear as a vital electoral force.
What kind of programme will the Labour Government attempt? It will certainly not be revolutionary. In foreign affairs its influence will undoubtedly be exerted, as it was in 1924, to reconcile Europe. A strong effort would be made to end the Rhineland occupation, and I think the British Troops would be withdrawn even if France and Belgium retained theirs. The Russian Government would be recognised and facilities given for Russian trade, though a very strong line would be taken against the propaganda of the Third International within the British Empire, on the ground that such propaganda is really that of the Russian Government itself. The principles of the Protocol would be revived, though probably in some new form, emphasising arbitration and disarmament rather than security. A big effort would be made to reach agreement with America on naval disarmament and, whilst the retention of Anglo-French friendship would be desired, British influence would no longer be behind France in its anti-German policy. The eight-hour day convention of the I.L.O. would be ratified, and a strenuous attempt made to raise International Labour standards.
Labour's Empire Policy would be in the opposite direction to that of the Conservative Party, but wold nevertheless be cautious. Labour is pledged, for example, to extend Dominion Status to India, but it is doubtful whether it would act before the report of the Simon Commission is published, and, even then, there are likely to be qualifications of the self-government extended. Negotiations would be commenced with Egypt on the principle of its independence, but once again there are likely to be qualifications for military purposes and to safeguard the position of the Sudan. In the Colonial territories where there is at present no responsible machinery of self-government, a Labour Colonial Secretary would probably begin to give the natives some representative and administrative status and extend educational facilities; but this would be done with great caution.
In its social policy the Labour Government would probably begin by ameliorative measures to improve the conditions in the depressed industries and to relieve unemployment. The school leaving age would be raised and aged workers would be pensioned, thus providing more employment for those of working age. It is possible that mines' nationalisation would be introduced and also the nationalisation of agricultural land as the basis of a scheme for agricultural recovery. But, generally speaking, the programme would be reformist and would not
be sufficiently Socialist to antagonise the Liberal votes upon whom the Government would depend. The question arises whether either the Empire or social policy of the Government would be sufficiently radical to meet the demands of the subject races and the workers. If it is not, racial revolts and industrial strikes might involve Labour in a very difficult position.
There is a section of the Labour movement, led by the I.L.P., which would desire even a Minority Labour Government to pursue a bold Socialist and anti-imperialist policy, and risk early defeat upon it rather than compromise to secure Liberal support. We realise that this would mean early defeat and an early general election, but it would result in our full programme becoming the dominant issue in politics and would hasten the time when an electorate which had faced Socialist and Internationalist policies realistically would return a majority to carry them out with courage.