Menno ter Braak
aan
P.H. Ritter Jr.
Rotterdam, 11 juli 1931
11 Juli 1931
Zeer geachte Heer Ritter
Voor Uw uitnoodiging, om ‘Point Counter Point’ te behandelen, zou ik inderdaad zeer veel gevoeld hebben; maar ik heb inmiddels, nadat ik U daarvan bericht had gezonden, ‘Lessen in Charleston’ van v.Wessem bij de uitgevers aangevraagd, met de mededeeling, dat ik het boek voor de Avro zou bespreken. Ik ben dus wel moreel verplicht, om aan dat voornemen ook gevolg te geven; overigens met pleizier, want het is een aardig boek, maar ik zou Huxley hebben geprefereerd.
Als U er iets op weet, ev. v.Wessem voor iemand anders kunt bestemmen, geef ik graag aan uw verzoek gehoor; in dat geval gaarne Uw omgaand bericht, daar ik van Huxley nogal werk zou moeten maken; anders houd ik het maar op den Charleston.
Mijn adres is tot Vrijdag 17 Juli:p/a E. du Perron, Château de Gistoux, CHAUMONT-GISTOUX (België). Daarna: EIBERGEN. (Geld.)
M.v.gr.
en hoogachting,
Uw dv. Menno ter Braak
Origineel: Utrecht, Universiteitsbibliotheek