Menno ter Braak
aan
Victor E. van Vriesland (Blaricum)
Amsterdam, 6 oktober 1925
A’dam 6.X.25
Am.,
Mijn excuses voor de slip of the pen van het ‘ten onrechte’; ik zal het natuurlijk herstellen. De aanteekening schreef ik in vliegende haast, met het oog op de proef, om haar p.o. aan Marsman te kunnen zenden. Je begreep reeds, dat de inderdaad ongelukkige term niet op je motieven, die ik volkomen eerbiedig, maar op de litteraire waarde betrekking had. Met de practische mogelijkheid der publicatie had dit natuurlijk niets uitstaande. - Verder: was de zin over het bezorgen der uitgave niet juist? Ik heb de tekst niet hier, maar zal het in de proef nauwkeurig nagaan.
De artikelen over Coeller en de Jongh vermeldde ik niet, omdat ik de aanteekening tot een algemeene orintatie beperkte. Maar misschien is het juister ze te noemen; ik zal trachten op de Universiteitsbibliotheek de opgave voor het tijdschriftnummer, waarin ze voorkomen, te vinden.
Je zag, dat ik verder een keuze deed. Het leek me beter dan een opsomming van titels die waarschijnlijk nog niet geheel volledig zou zijn.
Hart. gr.
tt Menno ter Braak
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum