Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Zutphen]

Rotterdam, 25 januari 1932

25 Jan.’32

 

Beste Ant

Daar ik de laatste levensavond van mijn ‘twintiger jaren’, door den Mammon gedwongen, in het gezelschap van het Dep. Dordrecht der Mij. tot Nut v. 't Algemeen moet doorbrengen en bovendien dat departement nog met litteraire theorie vermaken, schrijf ik je uit den trein even, dat ik vannacht goedsmoeds de 30 zal binnenstappen. Je hebt lekker net niet geweten, dat ik jarig was, want dit briefje komt te laat, om me te ‘feliciteeren’. Maar ik wil niet alleen met Dordtenaren van een tientallig cijfer verwisselen.

Je ontving mijn brief toch?

Dag!

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie