Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Scheveningen], [vermoedelijk 9 maart 1933]

Lieve Menno

Hierbij ‘Erasmus’ met een ‘mooi’ artikel. De eerste keer en ook wel de laatste denk ik dat iemand je volmondig in druk gelijk geeft aangaande Vondel.

Het artikel in ‘Opw. Wegen’ Maart kan ik je niet sturen, het hoort hier. Maar 't is niet de moeite waard. Het verwondert zich over de combinatie ter Braak-du Perron, vraagt vervolgens ‘heeft ter Braak een ziel?’ Het eindigt met de volgende geestige regel: ‘Wie had gedacht, dat het zoo eenvoudig was: dichterschap op zichzelf is niets en wijsbegeerte op zichzelf is niets, maar door elkaar geklutst is het wel wat. Het hinken op twee gedachten tot norm verheven!’ Of de Heer Heeroma het ook goed begrijpt.

Verder nieuws heb ik niet, alleen nog een blad van het Volk met mooi sensatienieuws. Toch is het erg!

Hoe is 't met je, weer opgeknapt. Met Mej. Berends heb ik nog niet gepraat. Woensdag was ik niet in de stemming voor een persoonlijk onderhoud en vandaag had ik me er op voorbereid, maar mej. B. was gevlogen. 'k Hoop morgen, 'k wil het wel eens kwijt!

Zaterdag kom ik in elk geval, met of zonder koffer. 'k Denk zonder, 'k ben de heele week al op stap; daar kan ik niet goed tegen. 'k Geniet van mijn excerpten vrijheid. 'k Leen als maar uit, zoodat de andere volontairs genieten; ze kunnen doorwerken. Robbers heeft ook weer een roman gelegd. 'k Heb het boek eens doorgebladerd, maar kon weinig overeenkomst vinden met ‘Dumay’. Alleen de puntjes.

Dus tot ziens. Groet Truida.

Veel liefs van je Ant

 

Denk vooral goed na!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie