Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Zutphen]
Rotterdam, 20 juli 1933
Rotterdam, 20 Juli ’33
Lieve Ant
Gelukkig: het examen is achter den rug en ik ben niet voor niks bezweken. De jongetjes hebben allemaal goede cijfers behaald. Nu nog de vergadering en dan sluit ik definitief. Jammer, dat ik deze dagen niet op het grasveld kon ‘voor-bruinen’! Het is nu op het bovenhuis vrij ongenietbaar.
De bedden zijn er nog niet, ik slaap nu maar zoolang op den grond. Op een matras natuurlijk; dat bevalt me heel goed. Het woord ‘bruidegom’ verbuig ik dagelijks, maar het zegt me minder dan het feit, dat ik je liefheb. Hoe gaat het jou? Begin je moed te herkrijgen op een voortzetting van het leven onder andere condities, maar met dezelfde vrijheid? Ik ben nog steeds wonderbaarlijk angstvrij, zoo overtuigd ben ik van je ‘loyaliteit’. De heer E. du Perron schreef mij, ook jou, niet te versagen door ongewenschte belangstelling; hij was die glansrijk te boven gekomen.
Het schaakspel kon ik niet vinden! In het bewuste laadje heb ik wel gedolven, maar er dreigde een lawine; toen ben ik, als toekomstig Alpinist, teruggedeinsd. – Ik heb nog veel te doen hier, ben voortdurend bang iets te vergeten. Onderwijl heeft Coster in ‘De Stem’ van deze maand mij alweer uitgemaakt, naar aanleiding van ‘Dumay’. Mij ontbreekt ‘de straal-van-God, die soms in de oogen der hoeren flitst’. Ik blijf kalm.
Als ik het eenigszins halen kan, kom ik dus Zaterdag met den trein van 17.46 in Zutfen. Ik hoop dan ook informaties te hebben ingewonnen over het reizen naar Sils. Vanmiddag bieden Truida en Tine ons iets aan, dat ik zelf kan uitzoeken. Daartoe gaan we aanstonds naar den Haag.
Tot Zaterdag dus! Als ik iets vergeten heb, komt het door de enorme hitte, die alle gedachtenconcentratie onmogelijk maakt.
Groet allen!
Veel liefs van
je Menno (bruidegom)
Adverteert
in de
Zutphensche Courant
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum