E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Brussel, [30 januari 1931]
Brussel, Vrijdagmiddag.
Beste Menno,
Kan je mij bezorgen het laatste nr. van Leiding, waarin Van Eyck, naar het schijnt, een groot stuk over Slau begint, waarin hij hem ‘tot op het hemd toe uitkleedt’, zegt Henri Mayer. Ik heb geen fl.2.50 voor dat nr. over, dat bovendien maar een begin brengt van - God weet - 100 blzn. misschien! Is dit overigens niet iets om op in te gaan, - als je tenminste niet tegen wil en dank in slaap valt, want die man spreekt in stroomen zand.
Het moet hem toch eens verteld worden dat hij verreweg de vervelendste scribent is van Holland; lang niet zoo idioot, maar 3 × zoo vervelend als Coster. Nog een die (tegenover het onwetenschappelijke dichterschap van Slau) het huidje van zijn ondichterlijke wetenschappelijkheid verdedigt. Als ik het stuk te pakken kan krijgen - misschien kan jij het even te leen hebben van de een of andere redactie of leestafel - dan denk ik dat ik er een korte, cinglante aanteekening van maak voor mijn cahiers. Hem in het openbaar bestrijden zou ontactisch zijn: 1o zou ik den schijn krijgen van een soort lijfwacht te zijn van Slau; 2o zou ik mij tegenover dien aartslùl niet tot de noodige objectiviteit kunnen dwingen. Misschien is het iets voor jouw analytisch vernuft; deze twee dichterschappen tegenover elkaar te zetten, aan te toonen (op jouw heldere manier, zonder in mijn ‘persoonlijkheden’ te vervallen) waarom het eene dichterschap (Slau) den ondergang van het andere beteekent; ten slotte: wat wij allen van Van Eyck denken en waarom. De wetenschappelijke manier is de éénige om hem werkelijk te raken, en jij bent de eenige die deze manier meesterlijk beoefent, onder ‘ons’. - Doe het! Maar wacht tot zijn volledig geklungel verschenen is; maak vast alleen maar je aanteekeningen, stuk na stuk.
Als je hiervoor voelt en de nrs. van Leiding daarvoor in huis moet hebben, dan wil ik ze wel koopen. Dan bestel ik ze bij Mayer, en zend ze jou na lezing op. Haast is er voorloopig heelemaal niet bij.
Mijn 3e bundel cahiers is voor 2/3 af. De titel wordt wschl. Tegenonderzoek. Wat denk je daarvan?
Laat gauw hooren wat je van mijn jeugdwerkje vindt. Protesteer alsjeblieft voluit als de kost je niet smaakt, ik bereid je later dan nog wel eens een schoteltje waar je van smult. Tenminste, let's hope so! Hart. gr. van steeds je
E.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag