E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Scheveningen, [26 maart 1932]
Scheveningen, Zaterdag.
Nwe Parklaan 187.
Beste Menno,
Het gaat er werkelijk op lijken of we ‘zwei Seelen und eine Gedanke’ worden, want gisteren, na de Filmliga bij Bouws te hebben doorgezien, schreef ik een brief aan Scholte om mijn gecorr. proef terug te vragen, en vanmorgen schreef ik jou naar Rotterdam (volgens Bouws zou je Maandag terug zijn) om je van mijn brief aan Scholte te vertellen. Ook van mijn voornemen om een stuk tegen hem te schrijven en over de door hem gepropageerde filmkunde. Voor de grap sluit ik hierbij de blaadjes uit Filmliga, waarop ik reeds eenige aanteekeningen krabbelde. En daar komt je stuk uit Bergen overgewaaid - of via Bergen, waar ik niet heenging.* Het maakt mijn stuk eig. overbodig; tenzij... Enfin, we'll see - Ik stuur je nu alles als expresse en aangeteekend naar Eibergen; bij aankomst in Rotterdam vind je dan mijn brief van vanmorgen, nu bijna duplicaat.
Zorg in ieder geval dat ik mijn gecorr. proef spoedig terug krijg. Scholte zal zich niet bepaald ‘rustig’ voelen; misschien wordt hij wel pisnijdig. En dat je onder mijn invloed staat en zoomeer, zal nu ook wel weer worden opgeworpen! De eensgezindheid is trouwens frappant, maar we kunnen toch beiden getuigen dat deze historie door ieder van ons, onafhankelijk van den ander, werd begonnen, en dat mijn stuk over die Express eigenlijk door jou werd losgemaakt en besteld. Je zult zien, met Sjanghai Express begint de breuk in de ‘film pur’!
Ik dank je intusschen zeer dat je zoo spontaan eig. voor mij in de bres gesprongen bent. Na deze geste kan ik je niet in Panopticum alleen laten, ook al zou het kwatrijn voor Grauls toch geschrapt zijn, dat spreekt wel vanzelf. In zeker opzicht wordt dit stuk van je dus nog een soortement victorie voor Bouws!
Ik wou voor Forum ook een stuk schrijven over de poëzie en ‘onze’ epigonen. Verder over De Bende van de Stronk van Van Ostaijen. Verder over Lawrence dan maar weer! Uit Gistoux zend ik je wschl. een heel pak. En over de film heb ik toch ook nog van alles te zeggen, al is het geval Scholte nu eig. door jou afgedaan. Dat wordt een heel programma. Coster moet tòch maar in Juni beginnen (ik heb de tekst nu van Zijlstra terug); ik heb liever Trotsky in Mei.
Bel Bep op, zoodra je in Rotterdam terug bent, of waarschuw mij per briefkaart. Vóór ik naar Gistoux ga, wou ik je in ieder geval nog spreken.
Hoe heeft je Mama mijn ‘verloving’ opgenomen? Daar schrijf je maar niets van!
Doe haar en je vader mijn beleefde en vriendelijke, en Truida mijn hartelijke groeten, en ontvang zelf een stevige hand. Je
E.
* Verklaring hiervan in mijn anderen brief.
Stuur me de blaadjes uit het filmkundige periodiek ook terug.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag