E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Melreux, [21 juli 1932]
Melreux, Donderdag, 21 Juli
Beste Menno,
Het is hier een ontgoochelend gedoe met dure en zeer beroerde hotels, met een allerakeligst Hollandico-Belze-publiek van miniem karakter, of liever met die vette karakterloosheid die deze ‘reizigers’ nòg karakteriseert - enfin, wij hebben niets dan pech gehad in onze pogingen om iets behoorlijks te vinden. Kom niet voordat wij iets goeds hebben. Daar Bep's vader van vandaag tot Zondag hier komt, hebben we gisteravond met wrevel besloten tot een vrij goed hotelletje in Hotton (het plaatsje zelf is, vooral 's avonds, nogal sinister); maar zoodra hij weg is, dus bv. Maandagmorgen, gaan we weer op zoek. Wschl. gaan we dan probeeren in Nassogne, dat heel lief moet zijn, en buiten deze al te vermaarde regionen van Melreux-Laroche ligt; valt het ook dààr niet mee, dan gaan we misschien naar Bouillon. In ieder geval zal ik je dus Maandag, uiterlijk Dinsdag telegrafeeren; daar ik vermoed dat je tot 28 dezer bij Ant zit, daarheen. Het idee om Wim mee te nemen lijkt ons beiden prachtig; maar kàn je eventueel iets later komen, bv. tegen 1 Augustus? (en dan ook langer blijven). Dit met het oog op onze ‘installatie’ en om jullie werkelijk iets behoorlijks aan te bieden - anders wordt het zoo'n jachten. In mijn telegram, dat jij dus den 25en of 26en ontvangt, zal ik meteen zetten hoe het er is, dus ik telegrafeer ons adres (dan kan je meteen terugtelegrafeeren) en daarachter: opperbest, bevredigend of matig, of zooiets; in het eerste geval beteekent het dat je direct kunt komen (ik telegrafeer dan ook de route erbij, als dat noodig is), anders: dat je beter kunt wachten tot we iets anders hebben. Als je den 28en weg moèt, is er geen tijd meer voor correspondentie en moet alles per telegram.
Het is natuurlijk ook mogelijk dat we Maandag zóó schrikken van Nassogne, dat we meteen iets anders zoeken en per ongeluk vinden: ook dàt wordt je dan per telegram geopenbaard. Maar telegrafeer of schrijf direct terug zoodra je ons nieuwe adres hebt, anders verliezen we contact.
Met hartelijke groeten, ook voor Ant, en van Bep, je
E.
Ik lees Nietzsche, maar heb er voorloopig het Fransch nog naast; misschien is dit Duitsch op zichzelf niet ‘moeilijker’ dan dat van Kleist, maar al die ideeën brengen een ander vocabulaire met zich mee dan dat van een zoo zuiver verteller. - Ik schreef Bouws nogmaals over het panopticum. Het slotstuk zal ik misschien laten staan; anders vervangen door iets anders, als antwoord op die grapjas van Groningen (Bep denkt dat het de een of andere Herman Poort is). Maar met al dit gescharrel heb ik voor Bouws ook geen vast adres en moet hij alles maar naar Gistoux zenden, dat door mij telegraphisch wordt ‘bij’gehouden!
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag