E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [21 maart 1934]
Parijs, 21 Maart.
Beste Menno,
Het verhaal van Hein was werkelijk niet slecht; zeker geen haar minder dan bv. de latere verhalen van onzen F.C. Terborgh; integendeel. Het is, op zijn trage manier, boeiend; zou in Gr. Ned. sterk boven het normale peil staan. Het viel mij bij lezing erg mee, en Bep ook, want wij waren allebei erg geschrokken! De goede Hein heeft een ‘minderwaardigheidscomplex’ opgedaan omdat het door een jury geweigerd is, en dat niet alleen, maar voor compleet onnoemenswaardige vullis aangezien; tot vermaak van zijn journalisten-vrienden. Ik heb het ding vandaag nagezien en hem teruggezonden. Als ik nog in Forum zat, zou ik er vóór stemmen. Tusschen het verhaal van Henny en dit zou ik niet weifelen!
Ik heb hem gezegd het je te laten zien. Je kan altijd zeggen dat het om zijn ‘ouderwetsch karakter’ niet in Forum hoort of zooiets; en hij kan het dan nog altijd naar Jan zenden voor Gr. Ned. Hierbij een brief van Querido. Ik had hem voorgesteld om de verhalen uit Ducroo te lichten en daar later een ander boek van te maken. Hij heeft er niet veel van gesnapt, maar zijn reactie op Ducroo zelf spreekt boekdeelen. Ik ben werkelijk ontmoedigd, hoe volmaakt logisch dit ook is. Ik ben ook niet ontmoedigd om zijn oordeel! maar omdat dit weer een bewijs is dat ik per se iets anders zal moeten vinden; dat mijn literatuur voor ‘verkoop’ niets gedaan is, en daarmee uit. En dat zal blijven!
Stuur me brief Q. terug.
Pauwels heeft je mijn art. wschl. gestuurd. Natuurlijk zal ik je een gedrukt ex. zenden, als dat nog verschijnt. Tot heden geen asem van Mme Torry. - Bep heeft voor Het Vaderland een ‘brief’ over haar geschreven (soort interview). - Malraux is in Barcelona, kan morgen hier terug zijn. Nog een interview dus!
Hierbij ook nog de brief van Hein himself. Na lezing verscheuren.
Ik kreeg verder een zeer curieus schrijven van Gans. Daarover later: of ik zend het je nog wel eens.
Jammer dat je Fischer hebt vernietigd; ik heb er nl. geen copy van. Ik had het nog aan Jan Gr. willen zenden, voor de aardigheid. (Bep blijft misschien toch in Gr. Ned., voor een extra-prijsje voor haar en J.v.N., als ‘kroniekschrijvers’!)
Vic gaat me om diverse redenen toch een beetje op de zenuwen. Het is niet erg - althans, het heeft niets dramatisch. Maar ik voel toch dat hij mijn vriend niet is, en 's mans literaire ambtenaarschap degouteert me toch, of ik het wil of niet. En toch heb ik nog sympathie voor hem, misschien wel meer dan hij voor mij. Ik weet het niet, ik zou hem moeten terugzien - en verlang daar ook al niet naar!
Antonini kende Conrad Ferdinand ook, en zei dat hij, juist omdat hij hem kende, het totaal onzinnig vond om den man met Tsjechov en Maupassant in één adem te noemen. Trouwens, die Maupassant, entre nous, is ook meer een naam dan wat anders. Het is eigenlijk een onleesbare platvoet. - Antonini heeft zijn stuk af (heet Mabel en Lorenzo) en zal het jou sturen. Bep vindt het hier en daar wat omslachtig en kinderachtig gesteld, maar zeer juist en best leesbaar. ‘Mabel’ is in waarheid geïnspireerd op zijn eerste vrouw, Hetty Marx. Dit als pikante bizonderheid: niet aan Vic over te vertellen. Wachtwoord trouwens: niets van wat ‘onder ons’ is aan Vic oververtellen!
Tot zoover voor heden. Hart. groeten voor jullie beiden; je
E.
Beste Menno,
Hierbij een 2e brief van Q., na een lange brief die ik hem in antwoord op de 1e schreef, en waarvan ik natuurlijk geen copy heb, maar die Bep je wel kan vertellen.
Bep en ik hebben nu samen een plannetje bedacht, waarin jij een rol moet spelen! Als je maar tijd hebt...
Later meer. Hart. groeten van je
E.
Mevr. Torry schrijft dat ze mijn stuk over Liepmann graag opneemt. Kan je in Holland geen reclame maken voor Activités? dat zou zij erg graag willen. Ze zoekt iemand - uitgever of boekhandelaar - die de verkoop voor Holland op zich wil nemen: ik gaf haar Querido en Van Kampen op, maar die verdommen het allebei. Kan Kramers niet iets voor haar doen? We moeten ‘elkaar’ in deze dingen toch helpen!
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag