E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Tjitjoeroeg, 29 januari 1937

Tjitjoeroeg, 29 Januari 1937.

Beste Menno,

Hierbij het stuk. De reis heen-en-terug naar Rangkasbetoeng, van hieruit: Tjitjoeroeg, + één dag hotel en eten, kostte me fl. 15.50. Zie wat je me daarna nog kunt laten geven voor het stuk. Ik ben er 4 volle dagen mee kwijt geweest, ook met het doorwerken van de literatuur over dit onderwerp (op het Bat. Genootschap). Knijp De Lang uit zoo goed als het gaat, - het gaat wschl. tòch slecht. Maar laat het geld hierheen zenden, want we hebben het best noodig. Tot later. Je

E.

(Las je ooit het boek van Meerkerk over Multatuli? Psychologisch en voor het leven is het misschien wel het beste; het eerlijkst ook in het geven-en-nemen. Een groot schrijver is de man niet, en zelfs een erg simpele geest, maar zeker eerlijk. Een van de ploertigste bestrijdingen is daarentegen het boek van Jhr. de Kock (uit een fraai geslacht!) ingeleid door een prof. van de Technische Hoogeschool van Delft, die over literatuur spreekt als een mislukte hulponderwijzer. Iets ongemeen stinkends en kilbloedig laaghartigs, uitgegeven door van Stockum in 1926.) Het heet Lebak en de Max Havelaar.

Je mag het stuk gerust met titeltjes onderverdeelen. Maar schrap liever niets!

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie