E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Garoet, 22 oktober 1937
Garoet, 22 October 1937.
Beste Menno,
Ik ben hevig aan 't werk, vandaar kort. Binnerts schreef me dat (en zelfs wat) jij hem schreef. Hierbij ingesloten een stuk van Samkalden over Romein, dat Romein misschien aardig vindt; stuur het hem door. De zaak zit zoo: mijn a.s. ‘chef’, Dr. Verhoeven van 't Landsarchief, heeft in een blad dat hier uitkomt (Koloniale Studiën) een stukje geschreven over geschiedk. voorlichting betreffende de koloniën, en daarin een héél klein beetje Romein aangevallen. Waarop Samkalden héél kwaad is geworden, en verklaard heeft dat Verhoeven - studiegenoot van hem - een kwajongen is, die nog niets heeft gepresteerd en dus een uiterst bescheiden bek in acht te nemen heeft tegenover Romein. Samk. is marxistisch angehaucht, niet meer dan dat, maar dat dan toch wel; hij is nu een verwoed bewonderaar van Romein. Gegeven dat hij referendaris is ter Algemeene Secretarie in Buitenzorg is het aardig. En gegeven de rotzooi van indische krantenlezers is zoo'n stukje als dit, in het Bat. Nwsbl. en voor Batavia, al uiterst verkwikkend, heusch.
Ik pen hartstochtelijk aan het Van Haren-familie-schandaal. Als het klaar is, wou ik het jou zenden; en als Romein het niet te druk heeft en jij met hem nog ‘verkeert’, zou je hem willen vragen het ook even te lezen? Ik zou het door jullie willen laten toetsen, als vakkundigen, op de historische juistheid; dwz. dat ik er geen àl te stuitende anachronismen in zet of zoo. Ga niet het ‘breedgepenseelde’ historie-tableau erin verlangen. Het is een verhaal dat dienst moet doen als eerste hoofdstuk in een grootere kroniek, meer niet. Schrijf even of je ervoor voelt, en of Romein er niet van schrikken zou, als je hem vroeg jou (zoo niet mij) met dit werkje te helpen. (Let wel, ik van mijn kant beschouw R. als de eenige historicus aan wien ik dit vragen kan - van mijn kant gezien. Mijn a.s. ‘chef’ V. krijgt het zeker niet te zien, vòòr het definitief gezet is!)
Tot zoover. Als je dit ontvangt, is mijn verhaal allang af, en hoop ik diep te zitten in een 3e verhaal. Ik verzamelde alle gegevens in Tjitjoeroeg, zoodat ik nu echt schrijven kan, zonder veel gezoek meer.
Hartelijk, steeds je
E.
P.S. Het stuk van Gomperts is best, intelligent - een tikje te veel ‘primus v/h dispuutcollege’ toch. Ièts losser en eenvoudiger was overtuigender geweest. Zijn slotvergelijking: Uzzeltje tegen Don Quichote, is 100% geleerd van Ter Braak. Ik hoop dat het géén nieuwe Varangot is! Zijn stuk doet nu hier de ronde; daarna zend ik het je terug.
Ik laat het heelemaal aan jou over, tenslotte, om te beslissen of R. het stuk (van mij) moet lezen of niet. Vind-je van niet, dan niet.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag