E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Rantjasoeni, 26 augustus 1938
Rantjasoeni, 26 Aug. '38.
Beste Menno,
Jan zal je mijn lange brief naar Juan - die hij zeker daar nog ontvangen heeft (ik teekende hem aan, want hij was zwaar geworden, o.a. door een stuk papier erin voor jou over een voorvader van je!) - oef, ik hervat: Jan heeft je dien brief zeker laten lezen. Voor een groot deel was hij natuurlijk evenzeer voor jou als voor hem bestemd. Het speet mij echt van hem te hooren, dat hij je nog niet heelemaal ‘de oude’ vond. En nu? Heeft het verblijf daar de rest gedaan in de goede richting?
Wij zijn van Mr. Cornelis op behoorlijk voorafbepaalden tijd naar de onderneming van Adé Tissing gegaan; het is hier heerlijk koud, zelfs soms wat té; Bep knapt zienderoogen ervan op en vindt Bandoeng nu alweer warm! Verder ziet het er voorloopig niet florissant uit, wat onze kansen op een prettig huis, dat niet te duur is, in Bandoeng zelf betreft. Tot dusver was het resultaat van een advertentie + informaties bij verhuurbureau's treurig, d.i. vrijwel nihil.
Ik schrijf je uit Bandoeng beter, als deze voorloopige en hangende toestand voorbij is en er weer iets te melden valt dat er althans positief uitziet. Bandoeng zal wel allerlei dingen voor ons wijzigen: het werk bij Nix, en nieuwe kennissen en zoo. Er is een oude socialist, D.M.G. Koch genaamd, (oom van Anton Koch!), die mij heel sympathiek is; verder een stelletje liberalen, democraten en ethici om hem heen, die altesamen een blaadje hebben dat Kritiek en Opbouw heet en dat lijkt op kamermuziek door oudeheeren onder elkaar. Allen even braaf denkend en geen die zich werkelijk durft geven. Ze willen me in de redactie, maar ik denk dat ik het verdom: mijn stem is te schel en mijn manieren zijn te weinig liberaal, vrees ik, voor dit milieu. - Verder bestaan er plannen om eindelijk een behoorlijk, cultureel tijdschrift voor Indië op te richten (ik schreef je daar al over: het plan van den curieuzen Jood Sam Koperberg); hiermee zijn we nu zoo ver dat de 7 leden van de toekomstige redactie toegezegd hebben en één vergadering ‘ter kennismaking en onderlinge raadpleging’ zullen beleggen. Deze 7 leden zijn: 3 Europeanen = Dr. P.J. Koets, classicus, historicus ook, Dr. Hugo Samkalden, socioloog (ik schreef je over hem al vaak), Dr. J. van Leur, socioloog of historicus, of allebei; 1 ‘indische jongen’ = Ikke, zonder titel, ‘letterkundige’; 1 halfbloed, maar geheel in Holland opgevoed en eig. heel wat minder indisch dan ik = Ir. Th. Nix, zoon van mijn uitgever, en iemand die alleraardigst teekent en vrij beroerd schildert, verder bouwkundige en kunstkritikus - dat doet hij héél behoorlijk - en innig katholiek; last but not least, we'll hope sincerely: 2 Indonesiërs, = Mr. Aboelkarim Pringgodigdo en Mr. Achmad Soebardjo, de eerste statisticus, econoom, socioloog ook al, historicus à ses heures, de tweede all-round intellectueel, voor zijn brood advokaat. Vind je 't niet imposant? Ja, hè? - maar... het geld moet nog gevonden worden. En lieve help, in Indië zonder geld!...
Enfin, binnenkort zal ik je wel de mislukking berichten. Of het wordt iets heel goeds, - want buiten het geld is hier ‘stof’ en geestdrift genoeg, hoe verspreid dan ook, dit laatste, door den heelen archipel.
Mooi; schrijf me wat over Holland; je terugvinden van Den Haag; hoe je je voelt; hoe je nu ‘tegenover de dingen’ staat. Je bent lang niet uitgebreid genoeg daarover.
Chiaro schreef me alleraardigst uit Parijs. Het speet hem dat je hem niet opzocht. Hij geniet zéér van een nieuwe uitgave (?) van Diderot's brieven aan Sophie Volland; moet je die niet bestellen? Verder signaleert hij een moderne heer Roger Caillois, die een modus vivendi wil vinden door een soort vrijmetselarij onder lieden die de vulgariteit van het leven van nu willen overheerschen door verachting + beleefdheid. Bestudeer dien heer eens, naast Denis de Rougemont. Chiaro zal je wel inlichtingen kunnen geven: de man is volgens hem snob en intelligent. Adres v. Chiaro: 18 villa Seurat, Paris 18e, maar dat wist je natuurlijk al.
Nu tot slot een ‘ernstig’ verzoek. Wil je Van Kampen schrijven je een laatste afrekening te doen toekomen van Uren met Dirk Coster en hem daarna vragen de rest van de oplaag te vernietigen. Laat hij jou nog een 10 of 15 ex. sturen, die je bv. onder de jongeren van Werk zou kunnen uitdeelen (!) en mij 10 exx., en de rest van het aardrond doen verdwijnen. Ik heb in Bretagne destijds een zeer bekorte lezing ervan bij de herziene (dwz. ook vnl. bekorte) copie van Cahiers v/e Lezer gelegd; misschien dat dàt zaakje tesamen nog eens herdrukt wordt, maar die Uren moeten nu maar verdwijnen. Wil je hiervoor zorgen? Hartelijk dank, veel liefs ook van Bep en voor Ant, een hand van je
E.
Ik las met instemming je stuk over Jany's zelfbehoud. Moet er ook over schrijven.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag