E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bergen, 7 november 1939

Bergen, 7 Nov. '39.

B.M.

't Is idioot, maar je zult wel drie briefkaarten tegelijk van me ontvangen; de 2 andere zijn nl. nauwelijks weg of daar krijg ik je brief. - Ja, ik was dien dag hier kw. over 8 's morgens al de deur uit. Dank voor 't stuk over Coornhert en dat tegen bolle Ton; wat wil je? de man is overtuigd èn opgevoed in die wereld; liegen en comediespelen doet hij zonder het meer te weten. Zoo'n truc toepassen is dus onbewuste smeerlapperij, vermoedelijk zóó onbewust dat er niet eens een aflaat voor noodig is. Ook zonder biecht en aflaat, zóó, toch een brave, nette vent die qua talis goed is, terwijl jij slecht bent. Straks krijg ik hier de kath. Dubois, meer van 't Bruning-soort, dat je mij óók gestolen kunt krijgen. Je stuk over De Kadt is inderdaad best geschreven; wat ik er tegen heb (niet erg, heel oppervlakkig maar, want misschien is 't tegenover hemzelf zoo juist wel goed) schreef ik je al. Tot zoover op deze ‘codicil’, of is 't onzijdig?

Je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie