J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
Kaapstad, 17 september 1939
‘La Verne’, Kloofnekweg, KAAPSTAD
Zondag 17/9/'39
Beste Menno,
Je laatste teeken van leven is gedateerd op 24 Augustus: ik ontving, dit op tijd, dus zes dagen later. En sindsdien: dikke duisternis; hoewel ik er zeker van ben dat je berichten afgezonden hebt. De Britsche posterijen schijnen geheel in de war te zijn. Of zouden den brieven bij den censor opgehouden worden? In elk geval is deze stilte om me heen iets afschuwelijks. Op de leeskamer heb ik de lààtste NRC uitgespeld. Het laatste ex was van koningins verjaardag. Het leven heeft alle kleur en geur verloren. Je weet welk een groot liefhebber van autotochten ik mijn leven lang geweest ben. Vrijdag maakten we met Van Wijk Louw een prachtige tocht van 's morgens 9 tot 's avonds 7, waar ik in normale omstandigheden van genoten zou hebben; en ik heb geen oogenblik plezier gehad en ik was blij dat ik weer thuis was. Lezen is nog het éénige wat ik doe, om mijn gedachten een beetje te verzetten. Ik probeer het telkens met mijn werk, maar ik kan er mijn hoofd niet bij houden. Jij zal wel dezelfde ervaringen hebben, vrees ik. Dit is de les van dit sinistere avontuur: we kunnen ons noodlot NIET ontvluchten, ook al trekken we naar het puntje van de wereld! Ik ben zoo volkomen gebonden aan de Europeesche tragedie, door mijn vrienden en mijn vorming, dat het niet meer mogelijk is, me ervan los te scheuren. En die afstand maakt het erger, geloof mij, dan jij je kunt voorstellen. Toen ik nog in Europa was had ik tijden van een verschrikkelijke inzinking, gelijk ook jij ze gekend hebt, waarin het scheen of iedere mogelijkheid op een bescheiden geluk voor ons verkeken was. Maar daarna volgde dan altijd weer een periode van hoop, van opleving, van vroolijkheid, van samenzijn. Hier heb ik, van het oogenblik dat de eerste vreugde-om-het-nieuwe geluwd was, géén gelukkig oogenblik gekend. Ik leef in een egale uitzichtsloze grauwheid. Ik voel mijn onverschilligheid voor alles waar ik vroeger plezier in had, met den dag toenemen. Mijn belangstelling volgt een dalende lijn. Waarom, waarvoor..? Als de bekende toovenaar mij zei: je kunt morgen in Holland zitten, maar dan wordt je in Plaats van 70 jaar, gelijk voorzien was, maar 60; dan greep ik die occasie met handen en voeten aan. Ik heb nooit het allerflauwste vermoeden gehad, dat heimwee zoo iets verlammends was. Hoe dikwijls spreken en schrijven we over dingen, welke wij niet voldoende, door eigen ervaring, kennen! In die afschuwelijke dagdroomen, welke altijd optreden wanneer de normale geestelijke werkzaamheid vermindert; zie ik me altijd stikum op een schip naar Europa vertrekken, met achterlating van alles en allen...en dan verder? Verder gaat mijn voorstellingvermogen niet. Mijn heele wezen balt zich samen in het woordje wèg! Liever armoede op een kamertje in Parijs, dan een heerenleven op een villa te Kaapstad of waar ook!
Met dat al staan we, als brave burgerlieden, strijke en zet om zeven uur op, zitten om kwart voor acht aan het ontbijt en dan houd ik mij met het allernoodzakelijkste werk bezig. Later begeef ik mij stadwaarts, tien minuten van huis, doe de gewenschte inkopen voor de huishouding. Lunch, siesta, thee, lezen of een kleine wandeling, om zeven uur eten, De avond lezen of wat voor me uitstaren. Zoo dag in, dag uit. In Brussel had ik altijd plannen, moest ik altijd menschen zien, was er altijd iets te doen of te bedisselen en daar bleef ik levend bij. Dan eens eenige dagen in Amsterdam en Den Haag, dan naar Parijs. Geregeld voor tentoonstellingen etc, naar Antwerpen, Luik, Brugge etc. etc. Hier NIETS dan een verlatenheid. GN vulde mijn bestaan voor een deel. Ik heb nu nummer 9 nog steeds niet hier. Geen enkele reactie, geen mogelijkheid tot overleg. EN dan daarbij die nijpende onzekerheid omtrent het lot van de vrienden en de toekomst van ons allen, welke door de uitslag van deze oorlog bepaald wordt. Ik ben niet opgewassen tegen historische oogenblikken! Ik wou maar het liefst rustig ergens in Frankrijk mijn laatste levensjaren slijten en iederen zomer met jullie een Lavernetijd herleven!
In elk geval wat al de onrust van ons bestaan in Brussel, niet heeft kunnen bewerken, heeft deze verplaatsing te weeg gebracht: ik ben veranderd en zeker niet in mijn voordeel.
Als er maar wat berichten doorkwamen zou er veel vreugde zijn! Nu al meer dan veertien dagen geen vliegpost!
Ik zal toch nog zien, dat ik het stuk over Brievenbestellersbarok, waar ik voor DVB aan bezig was, afkrijg. Of bestaan de VB niet meer???
Met meer hartelijks en goeds dan ooit voor jullie beiden, steeds geheel je
Jan
Zooeven, maandagmorgen, 18 september, voor het eerst weer een vliegtuigpostbestelling. Lange brief van Jany met prachtig tijdgedicht en brief van Simon. Deze zijn alle 1 September geschreven. Ik hoop nu spoedig ook iets van jou te krijgen. Bel Rantwijk even op of dat gedicht van Jany nu in het Octobernummer komt? Dààààg! Veel hartelijks en goeds van allen;
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum